Rol oudercommissie bij heropening bso

Vanaf 19 april is de bso weer volledig open. Voor de volledige heropening van de bso stelt de houder een locatie-specifiek plan op. Daarin moet de houder beschrijven welke aanvullende maatregelen er worden getroffen om verspreiding van het coronavirus zoveel mogelijk te voorkomen. De brancheorganisaties kinderopvang (BK, BMK en BOinK) hebben in samenspraak met het ministerie van SZW een handreiking met stappenplan opgesteld die houders daarvoor kunnen gebruiken. Wanneer de houder (tijdelijke) wijzigingen doorvoert in de BSO die raken aan de adviesonderwerpen, dan is het adviesrecht hierop door de oudercommissie van kracht. De houder en de oudercommissie kunnen gezamenlijk besluiten om  de termijn voor de adviesprocedure in te korten. Het is raadzaam om hierover op korte termijn met elkaar in overleg te treden.  

Over het locatie-specifieke plan

Met een plan op maat voor elke specifieke bso-locatie, kan de kinderopvang het mixen tussen verschillende kinderen en medewerkers in de bso zoveel mogelijk inperken. Het doel hiervan is vooral dat als er een positief getest persoon is op de bso, dankzij de maatregelen de gevolgen (quarantaine en eventueel sluiting van groepen of de hele locatie) kleiner zijn. Het is de bedoeling dat de organisatie voor elke BSO-locatie een plan op maat maakt. Bij de afwegingen die de houder bij deze stappen maakt, staat de sociaal emotionele veiligheid van de kinderen altijd voorop.

In het locatieplan komen in ieder geval de volgende onderdelen aan bod:

  1. Hoeveel verschillende scholen en klassen de locatie bedient en hoe (indien mogelijk) het mixen tussen de verschillende scholen en evt. klassen ingeperkt kan worden.
  2. Het aantal kinderen, de leeftijd van de kinderen en de groepsindeling en hoe (indien mogelijk) het mixen van de kinderen en/of groepen ingeperkt kan worden.
  3. Het aantal medewerkers en de samenstelling van het team en hoe (indien mogelijk) het mixen van verschillende medewerkers ingeperkt kan worden.
  4. De fysieke locatie die zij tot hun beschikking hebben en of en hoe door effectief en efficiënt gebruik van binnen- en buitenruimte het mixen van groepen kinderen ingeperkt kan worden.

Rol van de oudercommissie

Het locatie-specifieke plan kan van invloed zijn op bijvoorbeeld de pedagogische kwaliteit van de opvang. Daarom heeft de oudercommissie adviesrecht. De houder kan samen met de oudercommissie besluiten om de termijn voor de adviesprocedure in te korten. Gezien de korte termijn voor het opstellen van het locatie-specifiek plan kan de formele adviesprocedure doorlopen na 19 april, mits de houder (een afvaardiging van) de oc de mogelijkheid biedt in een vroeg stadium betrokken te zijn bij het opstellen van het locatie-specifieke plan. Leg daarom vanuit de OC zo snel mogelijk contact met de bso. Vraag als oudercommissie aan je contactpersoon van de bso wanneer jullie (de adviesaanvraag voor) het plan krijgen en binnen welke termijn de organisatie bij voorkeur een reactie ontvangt. Ook kan het verstandig zijn om al eerder een overleg te organiseren tussen de organisatie en de oc, zo kan de organisatie al in een vroeg stadium de input en aandachtspunten van de oc meenemen in het locatie-plan en is de kans op een soepele en vlotte afhandeling van de adviesprocedure groter. Lukt het niet om voor 19 april te adviseren, dan kan 19 april met het voorlopige locatie-specifieke plan worden gestart en kan de adviesprocedure daarna verder worden doorlopen. Het is dan wel mogelijk dat het locatie-specifieke plan n.a.v. het advies van de oc moet worden aangepast.  

Locatie-specifiek plan versus protocol kinderopvang & corona

Het locatie-specifieke plan is een aanvulling op het protocol kinderopvang & corona. De laatste versie van het protocol is van 13 april 2021. In het protocol is het Generiek Kader van het RIVM uitgewerkt, naast overige richtlijnen van het RIVM.

Locatie-specifiek plan versus andere beleidsplannen

In het locatie-specifieke plan kunnen maatregelen worden opgenomen die ook van invloed zijn op de pedagogische kwaliteit, veiligheid en gezondheid. Eigenlijk zouden daarom ook het pedagogisch beleidsplan en het veiligheids- en gezondheidsbeleid van de locatie moeten worden aangepast. Met GGD GHOR (de overkoepelende organisatie van de regionale GGD'en) en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is afgesproken dat dat in dit geval niet hoeft. Omdat het om een tijdelijke beleidswijziging gaat is het voldoende dat het locatie-specifieke plan als 'oplegger' op de andere beleidsplannen wordt gebruikt.

Communicatie over het plan

Uiteraard moeten (pedagogisch) medewerkers op de kinderopvanglocatie weet hebben van het locatie-specifieke plan en er naar handelen in de praktijk. Ook moeten kinderen én ouders worden geïnformeerd over de afspraken op hun locatie.

 

Lees ook: bso vanaf 19 april weer volledig open

Lees ook: uitbetaling compensatie voor sluiting kinderopvang

Meer over corona & kinderopvang