Protocol kindermishandeling, huiselijk geweld en grensoverschrijdend gedrag
Professionals in de kinderopvang hebben een zorgplicht voor de kinderen die dagelijks naar de kinderopvang komen.
Wanneer er bijvoorbeeld zorgen zijn over de thuissituatie en er een vermoeden bestaat van huiselijk geweld of kindermishandeling, moeten kinderopvangorganisaties en hun medewerkers verplicht starten met de meldcode. Ook kunnen er zorgen zijn op de kinderopvang of bij een gastouder, bijvoorbeeld als er een vermoeden bestaat van grensoverschrijdend gedrag van een (pedagogisch) medewerker tegen een kind.
In samenwerking met de brancheorganisaties is er voor de sector een handelingsprotocol opgesteld; het zogenaamde "Protocol 'kindermishandeling en grensoverschrijdend gedrag' voor de kinderopvang".
Het protocol bestaat uit 3 routes voor 3 verschillende situaties:
- bij een vermoeden van huiselijk geweld en kindermishandeling in de thuissituatie;
- bij een vermoeden van een gewelds- of zedendelict (mishandeling of misbruik) door een medewerker;
- bij een vermoeden van seksueel grensoverschrijdend gedrag tussen kinderen onderling.
Elke route bestaat uit een stappenplan met 5 stappen die professionals in de kinderopvang moeten doorlopen.
Route 1:
De meldcode: bij een vermoeden van huiselijk geweld en kindermishandeling in de thuissituatie
Wat is de meldcode kindermishandeling?
De meldcode kindermishandeling beschrijft stap voor stap welke acties pedagogisch medewerkers, gastouders, gastouderbureaus en kinderopvangorganisaties moeten nemen als zij vermoeden dat er sprake is van kindermishandeling of grensoverschrijdend gedrag in de thuissituatie of op de kinderopvang.
Stap 1: In kaart brengen van signalen
Stap 2: Collegiale consultatie en zo nodig raadplegen Veilig Thuis of een deskundige op het gebied van letselduiding
Stap 3: Gesprek met de ouder (en indien mogelijk met het kind)
Stap 4: Wegen van het geweld aan de hand van het afwegingskader. Bij twijfel altijd Veilig Thuis raadplegen
Stap 5: Beslissen over het doen van een melding en het inzetten van noodzakelijke hulp
Let op: dit is een zeer beknopt overzicht. Bij de uitvoering van de stappen moet de app of de toelichting die in het protocol staat, worden gebruikt. Daar staat bij elke stap ook omschreven wie de betreffende stap moet zetten.
Bekijk ook dit filmpje Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling van Augeo
App meldcode kindermishandeling
Er is een speciale app meldcode kindermishandeling voor de kinderopvang beschikbaar. De app is voor medewerkers uit de kinderopvang en voor medewerkers uit het onderwijs. Met de app kunnen de 5 stappen uit de meldcode makkelijk worden genomen. De 3 routes van het protocol staan in deze app.
Klik hier voor meer info over de meldcode app voor de kinderopvang en download de app gratis uit de App Store of Play Store.
Brochure
De brochure ‘meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld’ in de praktijk geeft o.a. informatie over de uitdagingen voor het beter signaleren van kindermishandeling in de kinderopvang en onderwijs en hoe de meldcode nog beter in de praktijk kan worden toegepast. Klik hier om de brochure te downloaden.
Route 2:
Bij een vermoeden van een gewelds- of zedendelict (mishandeling of misbruik) door een medewerker
Stap 1A: Signalen in kaart brengen
Stap 1B: Direct melding doen van vermoeden geweld- of zedendelict door een collega jegens een kind bij houder
Stap 2: In overleg treden met vertrouwensinspecteur
Stap 3: Aangifte doen
Stap 4: Handelen naar aanleiding van onderzoek van de politie
Stap 5: Nazorg bieden en evalueren
Meldplicht
Er is een vermoeden dat een medewerker van de kinderopvang zich schuldig maakt aan kindermishandeling, misbruik of grensoverschrijdend gedrag. Dit moet worden gemeld bij de houder/werkgever. Hij/zij moet de stappen van deze route uit het protocol doorlopen en heeft een meldplicht.
Voor ouders die een sterk vermoeden van seksueel misbruik of mishandeling hebben door een medewerker van de kinderopvang, hebben wij een informatiesheet geschreven met een stappenplan. Download de informatiesheet hier.
Overlegplicht
De overlegplicht houdt in dat de houder vermoedens moet overleggen met de Vertrouwensinspecteur van de Inspectie van het Onderwijs. De vertrouwensinspecteur overlegt met de houder of er aangifte moet worden gedaan bij de politie. Vermoedt een medewerker dat de houder zich schuldig maakt aan een geweld- of zedendelict? Dan moet de medewerker aangifte doen bij de politie. Ook kan hij/zij contact opnemen met de vertrouwensinspecteur voor advies.
Let op: Dit is een zeer beknopt overzicht. Bij de uitvoering van de stappen moet altijd de speciale app of het schriftelijke protocol worden gebruikt. Het protocol moet vertaald zijn naar de eigen organisatie.
Route 3:
Bij een vermoeden van seksueel grensoverschrijdend gedrag tussen kinderen onderling
Stap 1: In kaart brengen van signalen
Stap 2: Melden van het gedrag bij leidinggevende
Stap 3: Beoordelen ernst van het gedrag
Stap 4: Maatregelen nemen
Stap 5: Beslissen en handelen
Stap 6: Nazorg bieden en evalueren
Let op: Dit is een zeer beknopt overzicht. Bij de uitvoering van de stappen moet altijd de speciale app of het schriftelijke protocol worden gebruikt. Het protocol moet vertaald zijn naar de eigen organisatie.