• 1. Welke informatie moet de houder aan de oudercommissie verstrekken?

    Helaas staat er niet duidelijk in de Wet omschreven wélke informatie een houder aan de oudercommissie moet geven als onderbouwing voor de voorgestelde prijswijziging. Maar de oudercommissie mag wel bepaalde basisinformatie verwachten. De Wet heeft het niet voor niets over het geven van ‘alle informatie die de oudercommissie voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft’. Simpel gezegd: de informatie die de houder aan de oudercommissie geeft moet voldoende zijn om goed te kunnen adviseren.

  • 2. Welke informatie mag een oudercommissie dan wel verwachten?

    Je mag van de houder een duidelijke toelichting verwachten bij de noodzaak, de gemaakte keuzes en afwegingen die gemaakt zijn om tot de nieuwe uurprijs te komen. Documenten die dit ondersteunen zijn bijvoorbeeld:

    • Cijfermateriaal op basis van een begroting of jaarrekening
    • Kostenprognose Ayit
      (Voor leden staan de ‘Prognose kostenontwikkeling kinderopvang 2023’, de update daarvan en de bijbehorende veelgestelde vragen beschikbaar op onze ledenpagina)
    • Sectorrapport Kinderopvang
    • Schriftelijke en mondelinge toelichting
    • Bezettingscijfers

    Niet iedere organisatie zal de volledige jaarrekening of begroting willen delen. Maar er zijn ook andere mogelijkheden waarmee de houder financieel inzicht kan geven:

    • De houder kan zijn accountant vragen een verklaring te ondertekenen dat de cijfers boekhoudkundig gecontroleerd en goedgekeurd zijn.
    • De houder geeft de mogelijkheid dat een ouder met financiële kennis op kantoor een papieren versie van de balans komt inzien. Houder en oudercommissie kunnen natuurlijk sowieso duidelijke afspraken over geheimhouding maken.
    • De houder ontwikkelt een cijfermatig format waarin hij/zij ieder jaar de nodige cijfers kan delen met de oudercommissie voor het prijsadvies. Terugkerende discussies worden daarmee hopelijk voorkomen.
  • 3. Tip: Bespreek ook het lange termijn beleid

    Het is belangrijk om te streven naar een samenhangend, consistent prijsbeleid. Daarbij worden uitschieters in de prijsstijging of prijsdaling zoveel mogelijk voorkomen. Uitschieters in prijsstijgingen willen zich nog wel eens voordoen wanneer organisaties geen of onvoldoende reserves hebben opgebouwd. Om de kosten van onverwachte uitgeven of verminderde inkomsten te kunnen dekken, wordt er een onverwacht hoge uurprijs vastgesteld. Uitschieters komen ook voor in een te lage uurprijs. Dit verzwakt het weerstandsvermogen van organisatie. Of de rekening wordt doorgeschoven naar een volgende generatie ouders. Bespreek dus met de houder waarom het belangrijk is voor de organisatie om reserves te hebben en hier geld voor opzij te zetten. Denk aan investeringen, incidentele uitgaven en perioden van economische recessie.

  • 4. Hoe lang duurt het adviestraject op de prijswijziging?

    Het adviestraject op prijswijzigingen is over het algemeen ingewikkelder dan die op andere adviesonderwerpen. Daarom raden zowel BOinK als het Waarborgfonds Kinderopvang houders en ouders aan om ruim de tijd te nemen voor dit adviestraject. Over het algemeen adviseert BOinK een adviestermijn van vier weken, zoals dit ook beschreven staat in het Modelreglement Oudercommissie. Maar let op, deze termijn gaat pas in als de oudercommissie voldoende informatie van de organisatie heeft ontvangen om advies te kunnen geven. Het gehele traject kan dus meer tijd nodig hebben dan deze vier weken. Ervan uitgaande dat een ondernemer ouders uiterlijk 1 maand plus 1 week vóór 1 januari 2023 de nieuwe uurprijzen moet mededelen, dan is het verstandig al in september/oktober te starten met je adviestraject.

  • 6. Moet de houder het advies van de oudercommissie opvolgen?

    Nee, de houder hoeft het niet eens te zijn met het advies van de oudercommissie. En hij mag de prijs toch verhogen als dit noodzakelijk is om kinderopvang van goede kwaliteit te kunnen (blijven) bieden. Maar dan moet de houder dit wél goed kunnen uitleggen aan de oudercommissie. Dit moet schriftelijk, dus via een brief die per post of per e-mail verstuurd wordt. Zo staat dit ook in de wet: “de houder mag pas van het advies van de oudercommissie afwijken als dit advies aantoonbaar in strijd is met het belang van de kinderopvang.” (artikel 1.60, lid 2 Wet kinderopvang). Doet hij dit niet, dan overtreedt hij de Wet kinderopvang.

  • 7. De oudercommissie ontvangt geen adviesaanvraag, wat nu?

    Het kan gebeuren dat de houder helemaal geen advies aan de oudercommissie vraagt over de nieuwe prijs die hij wil laten ingaan. Ook dan overtreedt hij de Wet kinderopvang.

    Schrijf dan een bericht aan de kinderopvangondernemer waarin jullie aangeven het recht te hebben om advies te geven over de voorgestelde nieuwe uurprijs. Benoem hierbij de geldende artikelen uit de Wet kinderopvang, zoals wij die ook in deze brochure hebben benoemd. Vertel ook dat wanneer de houder het advies van de oudercommissie niet wil of kan overnemen, hij dit schriftelijk aan de oudercommissie moet kunnen uitleggen met goede argumenten.

    Is de nieuwe uurprijs al doorgevoerd zonder dat jullie om advies gevraagd zijn? Stap dan direct naar de Geschillencommissie Kinderopvang.

  • 8. Het adviestraject verloopt niet goed; wat kan de oudercommissie doen?

    Ook wanneer de houder wel advies aan de oudercommissie vraagt, kan het zo zijn dat de adviesprocedure verder niet goed verloopt. Bijvoorbeeld wanneer de kinderopvangorganisatie niet voldoende juiste informatie geeft aan de oudercommissie, vragen niet wil beantwoorden of het advies van de oudercommissie negeert. Dit zijn allemaal belangrijke redenen om als oudercommissie zelf actie te ondernemen.

    • Stap 1: Schrijf een brief naar de kinderopvangondernemer
    • Stap 2: Dien een interne klacht in
    • Stap 3: Ga naar het Klachtenloket of de Geschillencommissie Kinderopvang
    • Stap 4: Meld de situatie bij de GGD

    Zie pagina 44 e.v. van de prijzenbrochure voor meer toelichting per stap.