FAQ gehele openstelling kinderopvang vanaf 8 juni

Update 22 juli 2020: onderstaande vragen zijn aangepast aan de huidige situatie.

Sinds 8 juni zijn de basisscholen en bso's weer volledig open. Hieronder vindt u de veelgestelde vragen (FAQ) van ouders (en deels van organisaties) met betrekking tot de volledige heropening van de kinderopvang. Naast algemene info vindt u hieronder de antwoorden op vragen over de noodopvang vanaf 8 juni en veiligheidsmaatregelen, waaronder de regels voor het vervoer naar de bso.

De antwoorden op de veelgestelde vragen over de compensatieregeling leest u hier.

Algemene vragen gehele openstelling

Vragen over noodopvang

Vragen over veiligheidsmaatregelen

Algemene vragen gehele openstelling

1. Wat houdt de gehele openstelling per 8 juni in?  

Hiermee wordt bedoeld dat de buitenschoolse opvang (bso) weer regulier open is en kinderen weer op hun reguliere dagen naar op de bso terecht kunnen.
De kinderdagopvang (kinderen van 0-4 jaar), en de gastouderopvang (kinderen van 0-12 jaar) zijn al sinds 11 mei volledig open. Dit geldt ook voor de peuteropvang (gemeentelijk gesubsidieerd en niet gesubsidieerd aanbod).


2. Wat betekent deze gehele openstelling voor de compensatie die ouders ontvangen voor hun eigen bijdrage?

De consequentie is dat vanaf 8 juni de vergoeding stopt van de eigen bijdrage die ouders van de overheid ontvangen voor het doorbetalen van de gehele factuur voor de kinderopvang. (Meer over de deze vergoeding vind je in de ‘FAQ Compensatieregeling’).


3. De school paste na 8 juni de tijden aan, bijvoorbeeld als gevolg van een continurooster. Wat betekent dit voor de bso?

Veel scholen hebben op advies van de Rijksoverheid, vanaf 11 mei een continurooster ingevoerd. Sommige scholen zullen – tijdelijk danwel permanent – een continurooster aan blijven houden. Dat vraagt om goede afstemming en samenwerking met ouders en bso’s. Als hulp hierbij heeft de kinderopvang een leidraad op papier gezet die aandachtspunten benoemt voor de afstemming hierover tussen onderwijs en bso.  

 
4. Wie betaalt de extra kosten voor de bso als de school de tijden tijdelijk of permanent aanpast?

Als een school de schooltijden permanent aanpast tot een continurooster, gelden de normale procedures, zoals afstemming met de medezeggenschapsraad. De kinderopvangorganisatie is verantwoordelijk voor afstemming met de oudercommissie.

Als een school tijdelijk het continurooster dat ingevoerd is vanaf 11 mei, continueert tot de zomervakantie, zijn de volgende situaties mogelijk:

  1. Indien er geen aansluitende bso geregeld kan worden, is de school verantwoordelijk voor opvang van de kinderen tot de reguliere ophaaltijd van de BSO;
  2. Indien in overleg met de bso bekeken kan worden of de bso de kinderen eerder kan ophalen, betekent dat;
    • Uitbreiding van openingstijden van de bso. Dit moet door de kinderopvangorganisatie met de oudercommissie besproken worden, ook als het om een tijdelijke uitbreiding gaat;
    • Ouders moeten instemmen met een contractwijziging, hun contract uitbreiden en bij de Belastingdienst extra kinderopvangtoeslag aanvragen. Voor een korte periode brengt dit veel administratieve lasten met zich mee voor zowel de kinderopvangorganisatie als ouders.
  3. Tenslotte kan de bso eventueel de extra uren apart factureren aan ouders, zonder het contract uit te breiden. Dit kan bijvoorbeeld met extra opvanguren of door een tijdelijk nieuw product voor de aanvullende uren in te regelen. Dit betekent;
    • Hoge kosten voor ouders;
    • Ouders moeten ook hier expliciet mee instemmen;
    • Als de extra opvanguren buiten de reguliere openingstijden liggen is dit formeel niet mogelijk. Hierover vindt nog nader overleg plaats.

Zie ook de leidraad, uit vraag 3 hierboven (De school paste na 8 juni de tijden aan…).


NOODOPVANG

 

5. Wat betekent de volledige openstelling voor de (24-uurs) noodopvang?

Per 8 juni is de noodopvang overdag gestopt omdat de scholen, kinderdagopvang, gastouderopvang en buitenschoolse opvang weer volledig open zijn.

Noodopvang tussen 8 juni en 1 juli
Sinds 8 juni is alleen nog 24-uurs noodopvang in de avond, nacht en weekenden beschikbaar voor kinderen van wie één van de ouders in de zorg werken. NB: Deze mogelijkheid blijft tot 1 juli beschikbaar en is kosteloos voor ouders.

Noodopvang na 1 juli
VWS geeft aan dat ouders na 1 juli opvang kunnen afnemen bij de reguliere kinderopvang voor avonden, nacht en weekend opvang indien beschikbaar door een contract af te sluiten, bijvoorbeeld met gastouders. Als zorgpersoneel tijdelijk extra opvang overdag nodig heeft, dan betreft dit dus géén door het rijk gefinancierde noodopvang.

Informatie over de financiering van de noodopvang: handreiking van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG).


6. Welke mogelijkheden voor extra opvang zijn er voor ouders die in cruciale beroepen werken nu de noodopvang na 8 juni is gestopt?

Zorgmedewerkers die extra werken vanwege corona-zorg of inhaalzorg leveren door corona, kunnen door het wegvallen van de noodopvang na 8 juni een acuut opvangprobleem krijgen. Omdat deze zorgmedewerkers een grote inspanning hebben geleverd bij het bestrijden van de coronacrisis, vragen wij mede op verzoek van het ministerie van SZW om, ondanks mogelijke wachtlijsten zoveel mogelijk tegemoet te komen in de grotere opvangbehoefte van zorgmedewerkers.

Onderzocht wordt hoe en onder welke voorwaarden in uitzonderlijke gevallen – in onderling overleg tussen werkgever, gemeente en kinderopvangorganisatie – maatwerk mogelijk is voor

zorgprofessionals die extra werken vanwege corona-zorg, of inhaalzorg leveren door corona.

 

VEILIGHEIDSMAATREGELEN

 
7. Onder welke omstandigheden moet mijn groep of locatie verplicht worden gesloten? En wat zijn de gevolgen van een sluiting?

Een kindercentrum moet een verdenking van een COVID-19 besmetting bij drie of meer kinderen in een groep, melden bij de GGD.
Als er sprake is van een positieve besmetting met COVID-19 op een kinderdagverblijf, dan zal de GGD een bron- en contactonderzoek starten. Afhankelijk van de bevindingen van de GGD, kan de Veiligheidsregio besluiten om een groep of locatie te sluiten. Een ondernemer is verplicht gehoor te geven aan deze opdracht.
Het dringende advies aan kinderopvangorganisaties is om niet zelf het besluit te nemen een groep of locatie te sluiten, als je denkt dat daar aanleiding toe is. Overleg hierover altijd met de GGD/Veiligheidsregio en volg hun advies.

Ouders

Gedwongen sluiting van een groep of locatie betekent dat de opvang die met de betreffende ouders is overeengekomen, niet geleverd wordt. De ouders kunnen dan in principe geen nakoming vorderen en hoeven dan niet te betalen voor de niet geleverde opvang. Zij hebben de mogelijkheid om hun betalingsverplichting op te schorten voor de nog niet geleverde opvang. Als zij al betaald hebben, kunnen ze de overeenkomst (gedeeltelijk) ontbinden voor de periode dat de opvang niet geleverd wordt. De ondernemer moet dan het geld terugbetalen dat hij heeft ontvangen voor de niet geleverde opvang. In beide gevallen is eerst actie van de ouders nodig: zij moeten dit aan de ondernemer laten weten.

Hoewel bij gedwongen sluiting van een groep of locatie waarschijnlijk sprake is van overmacht, maakt dat het voorgaande niet anders. Overmacht betekent dat de ondernemer schade van ouders niet hoeft te vergoeden (bijvoorbeeld extra kosten die zij hebben moeten maken, omdat zij andere opvang moesten inschakelen of niet konden werken).

Het is aan te raden dat kinderopvangorganisaties en ouders met elkaar in gesprek gaan als een groep of locatie onverhoopt moet sluiten. Ook omdat dit voor ouders kan betekenen dat zij hun recht op kinderopvangtoeslag verliezen voor de uren die zij niet betaald hebben. Wijs ouders hierop en adviseer hen de kinderopvangtoeslaggegevens in dat geval aan te passen bij Belastingdienst/Toeslagen om terugvorderingen te voorkomen.

Let op: Het voorgaande is gebaseerd op de algemene wettelijke bepalingen en de Algemene Voorwaarden van de Brancheorganisatie Kinderopvang/ Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang. Het kan zo zijn dat uit de contracten met ouders en/of eventuele aanvullende algemene voorwaarden iets anders voortvloeit, bijvoorbeeld dat de houder één en ander bij overmacht contractueel heeft uitgesloten.

Medewerkers

Sluiting van een groep of locatie kan betekenen dat de betreffende medewerkers niet kunnen worden ingezet, althans niet in hun reguliere werkzaamheden. De hoofdregel is dat een medewerker recht heeft op loon als deze niet werkt. Dat is alleen anders als de oorzaak voor het niet werken in de risicosfeer van de medewerker ligt. Dat is niet het geval bij sluiting van een groep of locatie. Zie ook onze FAQ arbeidsrechtelijke vragen coronacrisis op de website van de BMK.

8. Is er voor pedagogisch medewerkers de mogelijkheid zich te laten testen op het coronavirus?

Per 1 juni kan iedereen met de volgende klachten zich laten testen op het coronavirus:

  • neusverkoudheid;
  • loopneus;
  • niezen;
  • lichte hoest;
  • verhoging tot 38 graden en/of
  • plotseling verlies van reuk of smaak.

Bel met het landelijke nummer 0800-1202 om een afspraak te maken bij een GGD testlocatie in de buurt. Zowel bij negatieve als positieve uitslag wordt er binnen 48 uur gebeld over de uitslag. Als er sprake is van een besmetting met corona belt de regionale GGD en start het bron- en contactonderzoek. Besmette personen gaan vervolgens in isolatie en hun huisgenoten krijgen het dringende verzoek om 14 dagen in thuisquarantaine te gaan.
Meer informatie over testen en het eventuele bron- en contactonderzoek

Het testen hoeft dus niet meer via de bedrijfsarts te lopen. Natuurlijk mag dat wel als een medewerker dat prettig vindt. Medewerkers met ernstige acute klachten dienen zich rechtstreeks (telefonisch) te melden bij huisarts of spoedeisende hulp om gezien te worden.

9. Wanneer moet een medewerker thuisblijven?

Het protocol kinderopvang geeft aan dat personeel/gastouders met symptomen van hoesten en/of neusverkouden en/of koorts boven 38 graden Celsius thuis moeten blijven en worden getest op COVID-19. Totdat de uitslag bekend is blijft de medewerker thuis. Als de medewerker negatief is getest of 24 uur klachtenvrij, kan de medewerker weer aan het werk.
Als iemand in het huishouden van het personeelslid verkoudheidsklachten en koorts (38°C of hoger) en/of benauwdheidsklachten heeft, blijft het personeelslid ook thuis tot de testuitslag van de huisgenoot bekend is.

10. Moeten pedagogsich medewerkers als cruciale functie ook in quarantaine bij terugkomst uit (risico) buitenland? En wat zijn de consequenties als de kleurcode van een land tijdens een vakantie verandert?

Bij een vakantie in het buitenland geldt in de huidige coronacrisis het volgende:

  • Code groen: Geen bijzondere veiligheidsrisico’s.
  • Code geel: Dit betekent ‘er zijn in dit land of gebied veiligheidsrisico’s die afwijken van wat u in Nederland gewend bent. Bereid u daarop voor en let extra op. U kunt op vakantie, maar blijf waakzaam. Bij een nieuwe uitbraak kan de situatie lokaal plotseling veranderen’.
  • Code oranje: De overheid raadt het af om naar landen te reizen die code oranje hebben, behalve als het echt noodzakelijk is. Vakantiereizen vallen niet onder noodzakelijke reizen en worden om die reden door de Rijksoverheid afgeraden. Gaat iemand toch, dan is het dringende advies van de overheid om bij terugkomst in Nederland meteen thuis twee weken in quarantaine te gaan.
  • Code rood: Alle reizen worden ontraden.

Iedereen ouder dan 12 jaar moet na vakantiereizen naar oranje en rode landen bij terugkomst 14 dagen in thuisquarantaine en mag niet op school of op het schoolplein komen. Kinderen van 12 jaar en jonger hoeven niet in thuisquarantaine en kunnen dus gewoon naar de opvang. Houd hierbij rekening dat de kinderen niet gebracht mogen worden door personen die in thuisquarantaine zijn.
Lees ook de quarantaine regels van de overheid na vakantie in oranje en rode landen.

Een verandering van de situatie van bijvoorbeeld code geel (=zonder quarantaine) naar code oranje kan betekenen dat een medewerker toch in quarantaine moet. Daarnaast is het natuurlijk verstandig dit goed om het met de werkgever te bespreken en gepaste voorzichtigheid in acht te nemen.
Lees ook vraag 22 van de FAQ Arbeidsrechtelijke vragen op de site van BMK.

11. Wanneer mag een kind met een snottebel naar de kinderopvang?

Kinderen van 0 t/m 6 jaar met een snotneus mogen onder bepaalde voorwaarden naar de kinderopvang. Met de ‘beslisboom’ kun je bepalen of een kind aan de voorwaarden voldoet. Dit instrument is ontwikkeld door BOinK samen met AJN Jeugdartsen Nederland en RIVM, gezamenlijk gepubliceerd ook mede namens BMK en BK.
In deze beslisboom is de groep waarin het kind zit leidend, ook voor de bso. Het kan dus voorkomen dat een kind ouder of jonger is dan de meeste kinderen in groep 1 of 2 en toch gehouden is aan de groep (en beslisboom) waar het in zit. Ook voor de zomervakantie geldt vooralsnog: de groep waar het kind vóór de vakantie in zat, is leidend. Pas aan het begin van het nieuwe schooljaar gaat een kind formeel naar een andere groep.

12. Hoe moet de 1,5 meter regel worden nageleefd in de kinderopvang?

Zie het protocol:

  • afstand tussen volwassenen: 1,5 meter
  • géén afstand tussen kinderen 0-12 jaar
  • géén afstand tussen kind 0-4 jaar en gastouder/pedagogisch medewerker
  • afstand tussen volwassenen en kinderen vanaf 4 jaar: 1,5 meter voor zover mogelijk
  • sinds 1 juli: geen afstand tussen volwassenen en kinderen ongeacht hun leeftijd.
  • de uitzondering voor zwangere medewerkers vanaf de 28ste week en 1,5 meter afstand houden tot anderen (incl. kinderen) blijft wel gelden.

13. Hoe moet worden omgegaan met rondleidingen op de kinderopvanglocatie?

Het is aan kinderopvangorganisaties om een verstandige inschatting te maken conform het protocol hoe zij hiermee om willen gaan zodat steeds 1,5 meter afstand bewaard kan worden. In het protocol kinderopvang zijn geen beperkingen opgenomen t.a.v. het wennen of dat er geen volwassenen aanwezig mogen zijn in de locatie o.i.d.

14. Kan een kind wennen voorafgaand aan de start van de opvang en mag een ouder dan mee om afscheid te nemen en dit goed te begeleiden?

Het is aan kinderopvangorganisaties om te kijken hoe zij hiermee om willen gaan. In het protocol kinderopvang zijn geen beperkingen opgenomen t.a.v. het wennen of dat er geen volwassenen aanwezig mogen zijn in de locatie o.i.d.

 
15. In het protocol staat ‘beperk contact andere groepen’ In hoeverre gaat dit buiten nog op als kinderen 2 uur later thuis met elkaar wel buiten spelen en sporten?

Sinds 1 juli hoeft het contact tussen kinderen uit verschillende groepen niet meer zoveel mogelijk beperkt te worden. Het protocol zal hierop worden aangepast.

16. Mogen kinderen uit verschillende basisgroepen op de bso gemengd worden tijdens vrij spel, en activiteiten? Mogen bso’s gemengd worden? En geldt dit voor binnen én buiten?

Ja dit mag. Het contact tussen kinderen uit verschillende groepen hoeft sinds 1 juli niet meer beperkt te worden. Het protocol zal hierop worden aangepast.

17. Hoe moet omgegaan worden met vakantieopvang, zomeractiviteiten en uitstapjes met kdv en bso? Komen hier richtlijnen voor?

T.a.v. zomeractiviteiten en dergelijken, moeten kinderopvangorganisaties zelf kijken wat zij wenselijk vinden. In het protocol kinderopvang staan geen verdere beperkingen om activiteiten te ondernemen. O.b.v. het protocol kinderopvang en de algemeen geldende regels in Nederland is het aan kinderopvangorganisaties om hier op een goede manier mee om te gaan. Daarbij kunnen zij ter inspiratie kijken naar een protocol zomerkampen. Het ministerie van SZW is geen voorstander van een handreiking vanuit de overheid voor zomeractiviteiten op de bso.

18. Geldt er een beperking met betrekking tot het gebruik van het OV?

Nee, vanaf 1 juli hoeven medewerkers, ouders en kinderen het OV niet meer te mijden.


Meer informatie over groepsvorming
Meer informatie over locaties als pretparken, zwembaden of dierenparken 
Meer informatie over sporten
De overheid verwijst ook naar de NOC*NSF en de sportbonden; zij geven aan hoe kinderen veilig op sportaccommodaties kunnen sporten; Protocol verantwoord sporten kinderen en jeugd op de website van NOC*NSF.
Zie ook:
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/publicaties/2020/06/11/factsheet-vakantiedagactiviteiten-voor-kinderen-en-jongeren

19. Kunnen bso’s in de vakantieperiode op kamp of naar een camping toe? En hoe zit het met overnachting?

Op de website van de rijksoverheid is een protocol ‘vakantiekampen‘ te downloaden. Dit protocol is naar aanleiding van een OMT-advies hierover aangepast in lijn met de geldende coronamaatregelen.

20. Kan een externe workshopleider een workshop komen geven op de bso en geldt dat voor binnen en/of buiten?

Een workshopleider kan buiten en binnen een workshop komen geven op de BSO, mits aan de richtlijnen van het RIVM wordt voldaan (afstand houden t.o.v. andere volwassenen, bij klachten thuisblijven, etc.)

 
Meer informatie

Veelgestelde vragen van ouders over coronavirus en kinderopvang (FAQ Rijksoverheid)

Veelgestelde vragen van kinderopvangorganisaties en gastouders over coronavirus (FAQ Rijksoverheid)

Nederlandse aanpak en maatregelen tegen het coronavirus (Rijksoverheid) – 24 juni

 

Lees ook: FAQ compensatieregeling

Meer over corona en kinderopvang