Rechter oordeelt: Kinderopvang moet ouders kosten coronasluiting deels terugbetalen

De Rechtbank Rotterdam heeft geoordeeld dat een kinderopvangorganisatie een ouder het zogenaamde ‘bovenwettelijke deel van de uurprijs' moet terugbetalen voor de periode dat de kinderopvang gesloten was vanwege corona. In de zomer van 2021 was hier al een bindende uitspraak over gedaan door de Geschillencommissie Kinderopvang. Op 4 maart jl. heeft de Rechtbank Rotterdam dit oordeel bevestigd. Het gaat om het deel van de uurprijs dat boven het maximale uurtarief ligt waarover de kinderopvangtoeslag wordt berekend. 

weegschaal

Wat ging eraan vooraf?
Sinds de corona uitbraak in maart 2020, zijn er inmiddels drie perioden geweest waarin de kinderopvangorganisaties op last van de overheid hun locaties moesten sluiten. Voor alle sluitingsperiodes heeft de overheid ouders gevraagd om de rekening van de kinderopvang door te betalen. Ook al konden ouders geen gebruik maken van deze opvang. Hierdoor bleef de sector overeind en konden kinderopvangorganisaties noodopvang bieden aan kinderen van ouders met een cruciaal beroep en aan kinderen in een kwetsbare positie.

De overheid beloofde om ouders hun eigen bijdrage in de kosten van de kinderopvang terug te betalen tot aan het maximum uurtarief voor de kinderopvangtoeslag. De meeste ouders hebben de compensatie voor de eerste en tweede sluitingsperiode inmiddels ook ontvangen. De branchepartijen kinderopvang hebben kinderopvangondernemers dringend verzocht om het deel van de uurprijs dat eventueel boven dat maximum uurtarief uitkomt, zelf aan ouders terug te betalen. Veel ondernemers hebben dit inderdaad gedaan. Voor de tweede en derde sluitingsperiode gold daarbij een uitzondering voor dagen waarop ouders gebruik maakten van noodopvang.

Ouder schakelt Geschillencommissie in, ondernemer stapt naar Rechter
Helaas waren en zijn er nog steeds ondernemers die weiger(d)en ouders terug te betalen. Om verschillende redenen. Vorig jaar heeft een ouder die wel alle rekeningen had betaald, maar die niet het bovenwettelijke deel terugkreeg van de kinderopvangorganisatie een geschil ingediend bij de Geschillencommissie Kinderopvang. Omdat zij had betaald voor een dienst (kinderopvang) die niet was geleverd. Deze ouder werd door de Geschillencommissie in het gelijk gesteld.

De ondernemer was het echter niet eens met de bindende uitspraak van de Geschillencommissie. Zij heeft de uitspraak voor ‘marginale toetsing’ voorgelegd aan de rechter met de wens deze te laten vernietigen. Tevergeefs. Op 4 maart jl. heeft de kantonrechter dus geoordeeld dat de uitspraak van de Geschillencommissie overeind blijft.

 

Conclusie Geschillencommissie
Uit de uitspraak van de Geschillencommissie:

“Gedurende acht weken heeft de opvang niet plaatsgevonden maar heeft de consument daar wel voor betaald. De ondernemer is daarmee tekortgeschoten in de op hem rustende verplichting tot levering van kinderopvang tegenover de consument. Dat die tekortkoming niet toerekenbaar is, is niet ter zake doende. Vaststaat dat de ondernemer geen prestatie heeft geleverd. De reden voor het niet presteren (overmacht) valt in de risicosfeer van de ondernemer. Een beroep op de algemene voorwaarden van de ondernemer kan niet slagen nu het niet benutten van de kinderopvangplaats niet aan de consument is te wijten maar aan de sluiting van de kinderopvanglocatie.”

“Dit leidt ertoe dat de ondernemer voor de periode van 16 maart tot en met 11 mei 2020 gehouden is tot terugbetaling aan de consument van een bedrag x (zijnde uren per dag x prijsdeel/bedrag boven tarief kinderopvangtoeslag x 32 dagen).” (...) Deze vergoeding boven het maximale uurtarief voor kinderopvangtoeslag over de weken waarin geen opvang heeft plaatsgevonden moet binnen 1 maand aan de ouder worden betaald.

Ook voor andere ouders geldig
De uitspraak van de Geschillencommissie betrof een individuele ouder en ondernemer. Nu bij de kantonrechter de uitspraak overeind is gebleven, is jurisprudentie ontstaan. Andere ouders bij wie het bovenwettelijke deel ook nog niet is terugbetaald, kunnen naar de uitspraak van de kantonrechter verwijzen.  

Kortom, heeft u ook dit bovenwettelijk deel van de kosten niet teruggekregen van uw kinderopvangorganisatie? Dan adviseren we u om de kinderopvangorganisatie te wijzen op deze uitspraak. Mocht dit niet helpen, dan kunt u altijd zelf ook nog een geschil indienen bij de Geschillencommissie.

Gehele uitspraak van de Geschillencommissie

Gehele uitspraak van de Kantonrechter