Ziekte en kinderopvang
Kinderopvangorganisaties hebben een ziektebeleid waarin staat wanneer kinderen wel en niet naar de kinderopvang mogen komen als ze ziek zijn. Dit ziektebeleid wordt door de kinderopvang zelf opgesteld. Het gaat over het algemeen uit van hoe het kind zich voelt in de groep en of het nog realistisch is dat de pedagogisch medewerker voor het kind kan zorgen. Sommige kinderziektes zijn besmettelijk, maar wanneer bekend is dat een kind de betreffende ziekte heeft is het besmettingsgevaar in sommige gevallen juist alweer geweken. Besmettelijkheid van een ziekte is dus niet altijd een reden dat een kind niet kan komen naar de kinderopvang.
De brochure 'Informatie over ziektebeelden voor kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en buitenschoolse opvang' van het RIVM bevat een omschrijving van de meest voorkomende (kinder)ziekten, waaronder infectieziekten. Eén hoofdstuk gaat over vaccinaties. Ook wordt uitgelegd wanneer de huisarts moet worden ingeschakeld, 112 moet worden gebeld en of een ziekte moet worden gemeld bij de GGD.
Geen verplichte richtlijnen
Kinderopvangorganisaties zijn niet verplicht om met de richtlijnen van het RIVM te werken maar ze bieden wel houvast. Werkt de kinderopvangorganisaties nog niet met deze richtlijnen dan kan de oudercommissie adviseren dat wel te gaan doen. De GGD beoordeelt bij de jaarlijkse inspectie of de kinderopvangorganisatie voldoende hygiënemaatregelen heeft getroffen en voldoende hygiënisch werkt.
Kinderopvang organsiaties zijn verplicht een actueel veiligheid en gezondheidsbeleid te hanteren. Daarin kan zij onder andere de informatie over ziekte, het verstrekken van geneesmiddelen, vaccineren en hygiëne beschrijven. De oudercommissie heeft adviesrecht op dit beleid.
Lees meer: veiligheid & gezondheid