‘Traagheid ministerie kost Stint-fabrikant uiteindelijk de kop’

Volkskrant

Het bedrijf achter de Stint staat op omvallen. De maker van de elektrische bolderkarren kan niet meer aan zijn financiële verplichtingen voldoen en heeft vorige week al zijn personeel moeten ontslaan. Dat zegt Edwin Renzen, mede-eigenaar van Stintum, tegen de Volkskrant en RTL Nieuws.

Deze maandag laat hij de driehonderd kinderopvangorganisaties die gebruikmaakten van de Stint, weten dat het einde onafwendbaar is. ‘Het geld is op. We kunnen al maanden de rekeningen niet meer betalen.’

Sinds VVD-verkeersminister Cora van Nieuwenhuizen na het dodelijke ongeval in Oss in oktober 2018 besloot alle drieduizend Stints van de weg te halen, komt bij het bedrijf geen geld meer binnen. De negentien overgebleven personeelsleden hebben vorige week te horen gekregen dat ze ander werk moeten zoeken.

Renzen houdt het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat verantwoordelijk voor het einde van zijn bedrijf. In een loods in Nijkerk staan zestig van de 1.500 bestelde Stints klaar om uit te rijden. Van Nieuwenhuizen hoeft alleen nog haar goedkeuring te geven aan de aanvraag van het bedrijf om met de nieuwe Stint, de BSO Bus, de weg op te kunnen.

Investeerders

Keuringsinstantie RDW gaf daarvoor al groen licht na een reeks uitvoerige testen, ook voldoet het voertuig aan de Europese Machinerichtlijn. Onderzoeksinstituut TNO toonde zich eveneens tevreden over de BSO Bus. Van Nieuwenhuizen had de oude Stint in oktober 2018 mede na een rapport van TNO van de weg gehaald. Daarop dreigde ook al een faillissement voor het bedrijf, maar drie investeerders stonden destijds op om het bedrijf gaande te houden.

Lange tijd hield Renzen hoop dat zijn voertuig, ondanks alle strenge eisen, dit jaar weer op de weg zou rijden. Totdat Van Nieuwenhuizen in juli een barricade opwierp waarmee ze de ondernemer en de kinderopvangbranche volkomen verraste. Onder druk van de Tweede Kamer had ze de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) gevraagd een nieuwe methodiek te ontwikkelen voor het beoordelen van de gebruiksrisico’s van een voertuig in het verkeer.

Spelregels

Renzen kent de eisen van deze methodiek niet en kan zijn voertuig daar ook niet op aanpassen, omdat de BSO Bus dan opnieuw zou moeten worden gekeurd door de RDW. Hij vindt dat de minister ‘aan het eind van de wedstrijd plotseling de spelregels verandert’ en rekent niet meer op een terugkeer van de Stint. ‘Als je op dit punt in het proces nog eens gaat uitstellen, dan wil je niet dat de Stint terugkomt op de weg. Maar zeg dat dan.’

Van Nieuwenhuizen noemt het ongeduld bij Renzen en de kinderopvangbranche ‘begrijpelijk’. Ze erkent dat het lang duurt voordat er duidelijkheid is of de BSO Bus de weg op mag. ‘In zo’n aanvraagproces wordt veel informatie gedeeld en gecontroleerd. Dat leidt er soms toe dat een fabrikant bijvoorbeeld aanpassingen moet doen die opnieuw moeten worden beoordeeld. Dat is een proces waar aan beide kanten tijd overheen gaat.’ Volgens de minister gaan ‘zorgvuldige besluitvorming en de verkeersveiligheid boven snelheid en innovatie.’ 

Van Nieuwenhuizen heeft met haar opstelling ook de woede gewekt van de kinderopvangbranche. Honderden kinderdagverblijven en bso’s (buitenschoolse opvang) bleven zich ook na het ongeluk in Oss, waarvan de oorzaak volgens het OM niet meer zal worden achterhaald, achter de Stint scharen. In hun ogen is er nog altijd geen veiligere manier om maximaal tien kinderen tegelijk te vervoeren. De meest gebruikte alternatieven, zoals de (bak)fiets, taxibusjes en lopen zijn volgens de drie brancheorganisaties minder veilig.

14 maanden

In een brief aan de Tweede Kamer haalden ze twee weken geleden hard uit naar de manier waarop het ministerie van I en W en de Kamer met de toelating voor de BSO Bus omgaan. De branchepartijen vinden het proces ‘niet meer geloofwaardig’, nu de aanvraagprocedure niet de beloofde 12 weken maar 14 maanden op zich laat wachten.In de brief manen ze de minister tot spoed en duidelijkheid en eisen ze actie van de Tweede Kamer, die donderdag met de minister over de BSO Bus spreekt. ‘De overheid laat een Nederlandse ondernemer die aan alle eisen heeft voldaan, vrijwel zeker failliet gaan’, schrijven ze. 

Volgens hen worden honderden kinderopvangorganisaties op kosten gejaagd, omdat ze moeten blijven investeren in (tijdelijke) andere manieren van vervoer. Tegelijk behouden ze het vertrouwen in de BSO Bus, ook omdat Van Nieuwenhuizen een convenant sloot met de kinderopvangbranche en ze eerder had laten weten dat het voertuig onder strenge voorwaarden weer op de weg kon komen.

Na de risico-inventarisatie van de SWOV kan er volgens Van Nieuwenhuizen een besluit worden genomen over de toelating van de voormalige Stint. ‘Maar over het exacte moment gaan we niet speculeren.’

Dit is een artikel van Volkskrant

Meer nieuws over de Stint

Lees ook: nieuwe beslisboom neusverkouden kinderen toelaten op de opvang