Brief aan staatssecretaris Van Ark: Maak incidenteel clusteren weer mogelijk
Bij sommige bso’s zijn problemen ontstaan rond het incidenteel clusteren. Omdat er momenteel, om bij ons onbekende reden, door de verschillende GGD’en verschillende richtlijnen worden gehanteerd, hebben wij samen met de Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang, Brancheorganisatie Kinderopvang, een brief gestuurd naar de verantwoordelijke staatssecretaris Van Ark (SZW). Hierin vragen we om op korte termijn met een werkbare en landelijke oplossing te komen.
Al jaren kunnen er tijdens vakantieperiodes en o.a. op studiedagen van school (zogenaamde margedagen), op de bso basisgroepen worden samengevoegd. Dit kan op de eigen of op een andere locatie zijn. ‘Locatie-overstijgend’ samenvoegen wordt ook wel incidenteel clusteren genoemd. De ouder heeft echter nog wel steeds één contract voor de bso en in het contract is sprake van één locatie. In het verleden zijn er afspraken gemaakt dat dit mogelijk is zolang het clusteren incidenteel is. Ook de Belastingdienst Toeslagen heeft aangegeven dat dit geen gevolgen heeft voor het recht op kinderopvangtoeslag.
Voor elke locatie een contract
Nu blijkt dat sommige GGD’en dit clusteren niet meer toestaan. Omdat niet alle GGD’en dezelfde regels hanteren gelden er voor de ene ondernemer (en daarmee ouder) andere regels dan voor de ander(e ouder). Ouders moeten in die gevallen een contract hebben voor elke bso-locatie waar hun kind wordt opgevangen, dus ook wanneer het slechts om één dag gaat.
Tevens moeten ouders dan hun kinderopvangtoeslag aanvragen voor meerdere locatienamen en LRK-nummers. Dit brengt naast een administratieve belasting grote risico’s met zich mee voor ouders, vooral als het gaat om de kinderopvangtoeslag.
Twee acties gevraagd
Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang, Brancheorganisatie Kinderopvang en BOinK, de Belangenvereniging van Ouders in de Kinderopvang hebben daarom staatssecretaris Van Ark (SZW) gevraagd om twee acties:
- Herstellen van de oude situatie, waarbij incidenteel clusteren tijdens vakantieperiodes en op margedagen mogelijk is met één contract en één LRK-nummer (locatienaam).
- Op korte termijn te komen tot een werkbare, landelijke oplossing die voor alle partijen gelijk is en waarover ook eenduidig door de GGD’en, Belastingdienst Toeslagen, Ministerie van SZW en de drie branchepartijen kan worden gecommuniceerd.
Structureel samenvoegen
Let wel: het gaat uitdrukkelijk om incidenteel samenvoegen. Structureel samenvoegen moet zoals gebruikelijk is, worden vastgelegd in het contract, met bijbehorende LRK-nummers en afgenomen uren. Van structureel samenvoegen van locatie-overstijgende groepen is sprake op rustige dagen, zoals de ‘gewone’ woensdagen en vrijdagen of om het op voorhand structureel samenvoegen gedurende de vakantieweken in een schooljaar.
Ouders niet verplichten
BOinK is voor de mogelijkheid tot het incidenteel clusteren omdat uit onze achterban blijkt dat hier behoefte aan is. Met grotere groepen is het immers vaak makkelijker om ook op studie- en vakantiedagen een groter en interessanter activiteitenaanbod te organiseren. Het draagt daarmee dus bij aan de kwaliteit van het aanbod en daarmee van de opvang.
BOinK ontvangt echter ook signalen van ouders dat zij (onder het mom van clusteren) min of meer verplicht worden hun kind structureel op een andere locatie op te laten vangen naast de eigen locatie. Bijvoorbeeld als de eigen locatie alleen de schoolweken open is en de vakantieopvang structureel op een andere locatie wordt aangeboden.
Ouders kunnen hier mogelijk – terecht - bezwaar tegen hebben omdat zij bijvoorbeeld bewust kiezen voor opvang op een specifieke locatie vanwege de kwaliteit, vanwege de pedagogische visie of vanwege de afstand tot de locatie.
Het kan dus niet zo zijn dat ouders wél een contract voor 52 weken opvang op hun eigen locatie hebben maar zij niet de mogelijkheid hebben 52 weken op hun eigen locatie af te nemen omdat dat de eigen locatie structureel gedurende een deel van de week of het jaar dicht is. In die situatie betalen ouders dus voor 52 weken opvang maar kunnen of zullen zij het niet afnemen. Ouders kunnen in deze situatie mogelijk ook problemen krijgen met het recht op toeslag omdat het contract niet de werkelijke opvanglocatie bevat.
BOinK pleit er daarom namens ouders voor om de mogelijkheid tot incidenteel clusteren in stand te houden maar pleit er daarnaast voor om, wanneer er structureel opvang op een andere locatie plaats vindt, het contract daarop aan te passen.
Meer weten over je contract en welke informatie deze moet bevatten? Lees dan onze brochure ‘contracten in de dagopvang en bso’.
Lees de brief aan staatssecretaris Van Ark