Gezond en veilig slapen op de kinderopvang

Wanneer je baby start bij de kinderopvang heeft het meestal nog veel slaap nodig. Slaap is een basisbehoefte en nodig voor een gezonde geestelijke en lichamelijke ontwikkeling. Het is zowel in een kinderdagverblijf als bij een gastouder belangrijk om aandacht te (blijven) besteden aan goed én veilig slapen. Op deze themapagina staat relevante informatie voor ouders over het slapen op de kinderopvang.

(Klik op de link om direct naar het betreffende onderwerp te gaan) 

Slaappatroon en de slaapontwikkeling
Baby's van 0 tot 6 maanden hebben een slaapcyclus van zo'n 50 tot 60 minuten. Ze hebben eerst een zogenaamde actieve slaap en daarna een stille slaap:

  • In de actieve slaap kan een baby geluidjes maken en bewegen. Een baby kan zelfs de ogen openen en wakker lijken. Ook ademt een baby snel en onregelmatig.
  • In de stille slaap beweegt een baby bijna niet en ademt een baby veel dieper. Ook wordt een baby dan minder snel wakker door geluid. Na de stille slaap wordt een baby wakker of begint het aan de volgende periode van 50 tot 60 minuten.

De ene baby slaapt uren achter elkaar, de ander doet kortere slaapjes. Door goed naar een baby te kijken, leer je zijn of haar slaapritme kennen. Onderstaande feiten geven meer inzicht. Let op! Het gaat hier steeds om gemiddelden, en als het bij een baby niet precies zo gaat als hier staat, is dat geen reden tot ongerustheid. Elk kind is immers anders. 

  • Pasgeboren baby's slapen gemiddeld 14 tot 18 uur per 24 uur. 's Nachts slaapt een baby meestal 2,5 tot 4 uur achter elkaar.
  • Vanaf 10 tot 12 weken oud begint er een dag- en nachtpatroon te ontstaan.
  • Na +/- 6 maanden slaapt een baby overdag 2 of 3 keer. Gemiddeld slapen baby's dan 1 of 2 uur achter elkaar.
  • Na +/- 9 maanden slapen de meeste baby’s ongeveer 2x per dag.
  • Tussen 12 en 18 maanden gaan baby’s over naar 1x slapen op een dag.

Tip: Het is belangrijk om de slaapgewoonten van jouw baby te bespreken met de pedagogisch medewerker of gastouder. Zijn er veranderingen? Bijvoorbeeld in het aantal slaapjes op een dag, het bewegen of rollen of bouw je het speengebruik af? Geef dit door. Doe dat altijd schriftelijk, zorg dat deze bevestigd worden en maak passende nieuwe afspraken indien nodig. Meer weten? Kijk op de website van Gezonde Kinderopvang.

Veilig slapen beleid
Een hele dag naar de opvang is vermoeiend voor baby’s en jonge kinderen. Ze worden gedurende de dag blootgesteld aan allerlei indrukken, geluiden en prikkels. Op tijd naar bed en goed uit rusten is voor een baby heel belangrijk. Kinderopvangorganisaties leggen de visie en werkwijze wat betreft het slapen op de kinderopvang vast in een zogenaamd ‘veilig slapen beleid’. Dit beleid draagt er aan bij dat kinderen zo goed en veilig mogelijk kunnen uitrusten op het kinderdagverblijf. Meer weten over wat er in een veilig slapen beleid kan worden beschreven? Kijk dan op de website van Gezonde Kinderopvang.

Buiten slapen
Het kan zijn dat de kinderopvang kinderen te slapen legt in een buitenbedje. Het buitenbed wordt meestal gebruikt tot een kind een jaar of 2 is. Als ouder moet je altijd schriftelijk toestemming geven voor het slapen in een buitenbed.

De richtlijnen voor buiten slapen staan beschreven in het Veilig Slapen beleid.

Meer (wetenschappelijke) informatie over onderzoek buiten slapen vind je hier.

Intakegesprek en wenafspraken
Voor een goede start van een baby op de opvang is het intakegesprek hét moment om ook te spreken over het slapen. Het doel van het intakegesprek is om de overgang van thuis naar de opvang zo soepel en stressvrij mogelijk te laten verlopen.

Tijdens het intakegesprek worden allerlei bijzonderheden gevraagd. Bijvoorbeeld hoe de zwangerschap is verlopen, hoe de bevallig is gegaan en hoe de eerste periode thuis is geweest. Ook komt het slapen aan bod en de eventuele (slaap) rituelen thuis. Gezamenlijk maak je afspraken over welke rituelen en gewoonten ook op het kinderdagverblijf kunnen worden uitgevoerd. Is een baby gewend om thuis bijvoorbeeld in slaap gewiegd te worden dan is het goed om te bespreken of dat ook kan op de opvang. Slaapt een baby met een speen, dan wordt afgesproken dat de baby bij elk slaapje de speen krijgt.

Als een baby net start op de opvang, dan kan het zijn dat ze en nog moet wennen aan het slapen in een aparte kamer in het schemerdonker. De kinderopvang kan in het Veilig slapen beleid bijvoorbeeld opnemen dat er altijd iemand in de slaapkamer blijft totdat de baby’s slapen.

Tips en adviezen:
Om de overgang zo soepel mogelijk te laten verlopen kan er voor een baby die nog heel klein is in de eerste periode een (veilig) ledikantje op de groep staan. Zo kan de baby de eerste weken rustig wennen aan alle geluiden, geuren en prikkels. Ook houdt de pedagogisch medewerker makkelijker zicht op de slapende baby. Vraag na hoe dat is georganiseerd bij jou op de kinderopvang.

Vraag na hoe de kinderopvang omgaat met het (langdurig) huilen van baby’s en jonge kinderen rond het slapen. Een kort inslaap huiltje is niet schadelijk voor baby’s, maar langdurig (alleen) huilen is erg stressvol voor baby’s.

Tijdens het intake gesprek krijg je als (nieuwe) ouders vaak heel veel informatie. Plan daarom een tweede gesprek in na een korte periode om te bespreken hoe het gaat op de opvang. Ook voor een medewerker is dat waardevol, zo kan er nog beter worden afgestemd met elkaar.

Ritme, rituelen en het voorkomen van stress
Een baby heeft een eigen slaapritme. Meestal probeert de kinderopvang de eerste periode het ritme van de baby te volgen. Hoe meer een baby groeit en gewend raakt aan de structuur op de kinderopvang hoe meer het in het dagelijks ritme mee kan draaien op het kinderdagverblijf.  

Vaste slaaprituelen kunnen helpen om de overgang te maken van wakker naar slapen. Een voorbeeld van een ritueel op de opvang is bijvoorbeeld; een baby gaat op vaste tijden naar bed, en krijgt eerst een  flesje en een schone luier, daarna een slaapzak aan, en tot slot wordt er een slaapliedje gezongen.  Kinderen herkennen de rituelen en het helpt ze om goed in slaap te vallen. Ook draagt het bij aan het verminderen van stress.

Slaapt een baby thuis met iets waar het aan gehecht is, zorg dan dat je baby dat ook op de opvang mee naar bed krijgt. Grote gewatteerde knuffels worden afgeraden, omdat een baby daar met het gezichtje tegenaan kan rollen en in die situatie niet goed kan ademen. Als een baby gewend is aan een fopspeen tijdens het slapen, is het belangrijk dat de baby de fopspeen altijd krijgt bij het slapen. Door altijd de  fopspeen te gebruiken biedt dit tevens bescherming tegen wiegendood: het risico hierop wordt lager.

Gezonde en veilige slaapkamer
Voor kinderen van 0 tot 1,5 jaar moet de kinderopvanglocatie volgens de Wet Kinderopvang een aparte slaapkamer hebben. In principe hebben alle kinderen een eigen bedje en een eigen slaapzak. De bedjes die worden gebruikt in de kinderopvang moeten voldoen aan specifieke veiligheidseisen.

Daarnaast is het belangrijk dat de slaapruimte rustig ingericht en enigszins verduisterd is. De ruimte hoeft niet helemaal donker te zijn; de baby’s wennen namelijk geleidelijk aan een dag- en nachtritme. Het is gebruikelijk dat een slaapkamer overdag gedeeltelijk verduisterd is en ’s nachts, thuis wel helemaal donker.

Voor kinderen vanaf 1,5 jaar kan de locatie ook een eigen slaapruimte hebben, echter is er geen verplichting tot een aparte slaapruimte. Voor kinderen die vermoeid zijn  en nog een middag slaapje nodig hebben kan er, bij gebrek aan slaapkamers, een rust plek op de eigen groep worden gecreëerd. De voorwaarden voor het rusten/slapen op de groep moeten voldoen aan een veilige en gezonde omgeving en het moet tevens beschreven staan in het veilig slapen beleid.  

De ideale slaapkamertemperatuur ligt tussen de 15 en 18 ℃. En natuurlijk is frisse lucht belangrijk. Daarom moeten de slaapkamers goed geventileerd zijn. Recent onderzoek laat zien dat in de kinderopvang nog ruimte voor verbeteringen zijn.

Preventie wiegendood
Ook al is de kwaliteit van de opvang nog zo hoog, voor een baby blijkt de overgang van thuis naar kinderopvang vaak een ingrijpende gebeurtenis. Want er verandert veel voor een baby op de kinderopvang. Andere verzorgers, nieuwe geluiden en geuren, een ander bedje, een afwijkende dagindeling, flesvoeding in plaats van de borst, om zo maar wat voorbeelden te noemen.   

Deze veranderingen van routine kunnen stress veroorzaken. En uit onderzoek blijkt dat deze stress van invloed kan zijn op de risicofactoren rond wiegendood. Daarom is het van belang dat de kinderopvang, samen met de ouders, zorg draagt voor een soepele overgang van thuis naar de kinderopvang. Hoewel het tegenwoordig weinig voorkomt, laat onderzoek zien dat de kans dat een baby plotseling en onverwacht overlijdt (wiegendood) iets hoger in de kinderopvang is dan thuis (NCJ, 2007). 

 Tips voor de oudercommissie

De kinderopvangorganisatie heeft een actueel veiligheids- en gezondheidsbeleid. Als onderdeel van dat beleid moet er een actueel Veilig Slapen beleid zijn opgesteld. De oudercommissie heeft adviesrecht op dit beleid.

Het uitgangspunt voor de kinderopvangorganisatie is om in het Veilig Slapen beleid de inhoud van het model-protocol Veilig slapen in de kinderopvang (VeiligheidNL) op te nemen.

Heeft jouw organisatie en/of locatie géén beleid voor Veilig Slapen? Je kunt als oudercommissie ongevraagd advies geven en zo de organisatie wijzen op het belang van een goed beleid, voldoende kennis en juist handelen in de praktijk.

Kennis en aandacht voor wiegendood is in sommige kinderopvang organisaties onvoldoende aanwezig waardoor kinderen in een kritische ontwikkelingsperiode (2-4 maanden), die blootstaan aan stressfactoren onnodig grote risico’s lopen. Ga als oudercommissie na hoe deze specifieke kennis en kunde is geborgd.

Het is belangrijk dat iedereen die op de babygroep werkt voldoende kennis heeft van het Veilig Slapen beleid en daarnaar handelt. Ook invalkrachten en stagiaires.

Terug naar de overzichtspagina Veiligheid en Gezondheid