Moet een ondernemer vanuit zorgplicht passende opvangplek elders zoeken voor kind met ontwikkelingsachterstand en extra zorgbehoefte?

Na ruim 2,5 jaar intensief contact tussen ouders en ondernemer over de extra zorgbehoefte van hun zoon met een ontwikkelingsachterstand, zegt de ondernemer plotseling het contract op. De Geschillencommissie vindt dat niet van de ouders verwacht had mogen worden dat zij dit hadden moeten zien aankomen, zoals de ondernemer dat stelt. Het is juist de zorgplicht van de ondernemer om samen met ouders heldere afspraken te maken over de passende zorg voor hun zoon en deze schriftelijk vast te leggen. Wanneer de opvanglocatie deze extra zorg niet meer kan bieden, dan moet de ondernemer duidelijkheid geven aan ouders over in welke situatie zij over moet gaan tot opzegging van het contract.

Waar gaat de uitspraak over
De zoon van de ouders gaat al jaren naar de opvanglocatie van de ondernemer. De ondernemer heeft aangegeven dat de zoon extra zorg en begeleiding nodig heeft en heeft de ouders een aantal adviezen gegeven om die zorg en begeleiding te krijgen, waar de ouders naar geluisterd hebben. De ondernemer heeft de ouders hierin ook ondersteund en heeft vanaf de start van de opvang van de zoon de extra zorg en aandacht geboden die voor hem nodig was.

Maar plotseling heeft de ondernemer in een gesprek aangegeven de opvangovereenkomst, op korte termijn, te beëindigen. De ouders vinden dit onterecht en eisen dat de opvang doorgaat. De ondernemer stelt dat het gedrag van de zoon onhoudbaar is. Dit is meerdere keren in gesprekken en ruim voor het beëindigen aan de ouders aangegeven. De ondernemer wilde in de overbruggingsperiode, tot de zoon naar een andere opvang zou gaan, nog passende zorg leveren, maar kwam tot de conclusie dat dit niet meer mogelijk was. Toen is de opvangovereenkomst opgezegd. De commissie oordeelt dat de ouders niet konden verwachten dat de opvangovereenkomst zo onverwachts zou worden opgezegd omdat hun zoon daar al jaren werd opgevangen en omdat de ondernemer steeds heeft meegewerkt aan het leveren van passende zorg. Daarnaast was de opzegtermijn te kort. De klacht is gegrond.

Zorgplicht van de ondernemer
De ondernemer stelt dat de ouders op een gegeven moment hadden moeten en kunnen verwachten dat de ondernemer op enig moment de overeenkomst zou beëindigen. Hier is de Geschillencommissie het niet mee eens. Het is niet aan ouders om dit te moeten en kunnen verwachten, maar aan de ondernemer om

• Afspraken tussen ondernemer en ouders schriftelijk vast te leggen
• Ouders zowel mondeling als schriftelijk vooraf duidelijk te informeren wanneer en waarom de ondernemer mogelijk het contract wil gaan beëindigen.

In de bewoording van de Geschillencommissie luidt dit zo:

“Van een professionele kinderopvangorganisatie zoals die van de ondernemer mag immers worden verwacht dat afspraken tussen de ondernemer en de ouders schriftelijk worden vastgelegd, zeker wanneer die van het kaliber zijn als de onderhavige. Ook mag van een professionele kinderopvangorganisatie worden verwacht dat ouders zowel mondeling als schriftelijk worden ingelicht over verstrekkende maatregelen die de ondernemer mogelijk wenst te nemen ten aanzien van de overeenkomst. Ook dat is niet gebeurd.”

Vervolgens verplicht de Geschillencommissie de ondernemer om zo spoedig mogelijk, maar in elk geval binnen 7 dagen na ontvangst van de uitspraak, met de ouders in gesprek te gaan en gezamenlijk te kijken/zoeken naar een passende opvangplek voor de zoon. Tot slot merkt de commissie op dat wanneer ouders vinden dat de ondernemer zich onvoldoende hiervoor inspant, zij opnieuw een klacht kunnen indienen bij de commissie.

Uitspraak: 23-02-2022