• 1. Wat is het beleid rondom ruildagen?

    Een ruildag, ook wel compensatie dag of ruiltegoed genoemd, betreft een dag waarbij je zelf je kind hebt afgemeld voor de kinderopvang. De meeste kinderopvangorganisaties bieden de mogelijkheid om een niet afgenomen dag te ruilen met een andere dag. Helaas wordt deze service steeds minder haalbaar vanwege personeelstekort, ziekte en werkdruk. Het ruilen van een niet afgenomen dag vanwege vakantie of ziekte van het kind is meestal een service*, je hebt er geen recht op. In een enkel geval zijn ruildagen als onderdeel van het contract of in de algemene voorwaarden opgenomen.

    Tip: check in de (aanvullende) algemene voorwaarden van uw kinderopvangorganisatie welk beleid er rondom het ruilen van dagen wordt gevoerd.

    Het beleid rondom de ruilservice moet voor ouders helder zijn: onder welke voorwaarden en binnen welke termijn kan het ruiltegoed worden ingezet. 
    Veel organisaties bieden ruildagen aan ter compensatie van een sluitingsdag vanuit de kinderopvang zelf. Bijvoorbeeld vanwege personeelstekort of een studiedag. Deze ruildagen zijn echter door personeelstekort nauwelijks in te zetten. BOinK waarschuwt ouders om niet zomaar akkoord te gaan met ruildagen als compensatie voor sluiting. Een sluitingsdag dient te worden gecompenseerd door terugbetaling. Lees hierover meer in dit artikel.

     

    *Lees ook deze uitspraak van de geschillencommissie over de ruildagenservice.

     
  • 2. Welke kosten moeten inzichtelijk worden in de contracten tussen het gastouderbureau en gastouder en vraagouder?

    Vraagouders moeten voordat zij in zee gaan met een gastouderbureau en een gastouder volledig worden geïnformeerd over alle kosten die tussen partijen in rekening worden gebracht m.b.t. het op te vangen kind. Die kosten moeten zichtbaar zijn in één of meer contracten die door het gastouderbureau worden afgesloten met de vraagouder (artikel 11b Regeling Wet kinderopvang).

    Kosten ten aanzien van een cursus hoeven niet in de contracten vermeld te worden. Alleen kosten die in rekening worden gebracht m.b.t. het op te vangen kind dienen in de contracten inzichtelijk te zijn.
    Uitvoeringskosten en kosten van gastouderopvang hoeven niet in gelijke tijdseenheden inzichtelijk gemaakt te worden.

    Veel gastouderbureaus sluiten nog voordat een gastouder is gevonden (bemiddelings)contracten af met vraagouders. In dat geval moeten eventuele kosten die het gastouderbureau in rekening brengt bij de vraagouder, en die pas bekend worden nadat een koppeling tot stand is gebracht tussen de vraagouder en een gastouder, worden vermeld in een na te zenden addendum bij het reeds afgesloten (bemiddelings)contract of in een dan af te sluiten definitief contract met de vraagouder.

  • 3. Mag je een nieuw kind laten wennen voor de ingangsdatum van de opvang?

    In een contract mag je afspraken opnemen inzake het wennen. Bijvoorbeeld: Ouders ondertekenen een contract d.d. 1 maart. De wenperiode is van 1 t/m 31 maart. In de regel strekt een wenperiode zich uit over enkele dagen of langer en wordt de wentijd per dag steeds wat langer opgebouwd. De volledige opvang conform het contract start per 1 april.

  • 4. Telt een nieuw kind ook mee voor de BKR als het slechts in het kader van het wennen 2 of 3 uur per dag naar de opvang gaat?

    De BKR wordt berekend over de feitelijk aanwezige kinderen. Een nieuw kind telt mee voor de BKR, ook als de opvang slechts voor korte duur is.

  • 5. In welke groep telt het wen-kind mee voor de BKR als het al wordt opgevangen op het kindercentrum?

    Een kind dat overgaat van de ene naar de andere groep en daar gaat wennen telt mee voor de BKR in zijn  oorspronkelijke groep. Een wen-kind dat een korte tijd went in een andere groep kun je aanmerken als een activiteit en daarom telt het kind niet mee voor de BKR op de wengroep. De plaats voor het kind op de eigen groep moet onbezet blijven zodat het kind te allen tijde kan terugkeren. De tijd in de nieuwe groep moet wel van korte duur zijn.

  • 6. Wat zijn de voorwaarden rondom het wennen bij de kinderopvang?
    • Wennen mag alleen met een schriftelijk ondertekend contract met de kinderopvang.

    • Een nieuw kind telt mee voor de op de groep. Dit is de verhouding tussen het aantal medewerkers en aantal kinderen van een bepaalde leeftijd. Ook mag de maximale groepsgrootte niet overschreden worden. Kortom, er moet ‘ruimte’ zijn op de groep.

    • Als een kind overgaat van de ene naar de andere groep en in de nieuwe groep gaat wennen, dan blijft het kind voor de BKR meetellen bij de oude groep. Het kind moet tijdens wennen namelijk altijd terug kunnen naar de oude groep. De wentijd in de nieuwe groep moet wel van korte duur zijn, dus niet de hele dag.

    • Een kinderopvangorganisatie moet beleid opgesteld hebben over de manier waarop kinderen kunnen wennen. Dit staat in het pedagogisch werkplan. Vraag dit na bij jouw kinderopvang.

    Branchepartijen hebben hierover een notitie met richtlijnen voor houders opgesteld.

    Meer weten over het contract? Bekijk onze pagina contracten en algemene voorwaarden.

  • 7. Mijn gastouder aan huis is ziek, moet ik haar doorbetalen?

    Een gastouder aan huis werkt volgens de Regeling dienstverlening aan huis. De eerste twee contractdagen dat de gastouder ziek is, hoef je als ouder geen loon door te betalen. Dit zijn de zogenaamde ‘wachtdagen’. Is je gastouder na deze 2 wachtdagen nog steeds ziek, dan heeft de gastouder recht op maximaal 6 weken loondoorbetaling. Ouders moeten hun gastouder 70% van de vergoeding die in het contract is afgesproken doorbetalen, of ten minste het wettelijk minimumloon. Na 6 weken ziekzijn vervalt het recht op loondoorbetaling.

    Voorbeeld:
    De gastouder komt volgens contract twee dagen per week aan huis, op maandag en dinsdag. Op andere dagen in de week werkt zij bij andere gezinnen thuis. Nu wordt de gastouder op dinsdag 9 april ziek waardoor zij niet kan komen werken. Ze blijft vervolgens ruim een week lang ziek t/m woensdag 17 april. De twee wachtdagen waarop ouders géén loon hoeven te betalen zijn de dinsdag 9 april waarop de gastouder ziek werd en de eerstvolgende maandag, 15 april. Vanaf dinsdag 16 april moeten ouders 70% van het loon doorbetalen. Wanneer de gastouder vanaf donderdag 18 april weer beter is, hebben ouders in deze situatie dus 1 dag hun gastouder doorbetaald bij ziekte.