Veel gestelde vragen over/door de centrale oudercommissies

Klik hier voor meer informatie over de centrale oudercommissies

  • 1. Mijn kinderopvang wil een centrale oudercommissie oprichten, mag dat?

    Vooraf is het goed om te weten dat een centrale oudercommissie (coc) een werkwijze is; een coc heeft géén adviesrechten vanuit de Wet kinderopvang. Een coc kan alleen bestaan naast de wettelijk verplichte oudercommissies op locatie. Een centrale oudercommissie ontstaat alleen wanneer meerdere lokale oudercommissies bepaalde adviesrechten willen afgeven, ook wel mandateren genoemd.

    Het initiatief voor het oprichten van een centrale oudercommissie komt soms vanuit de opvangorganisatie. En dat mag. Voor grote opvangorganisaties met veel locaties kan het makkelijker zijn om bepaalde adviesonderwerpen op overkoepelend niveau, met een centrale oudercommissie (coc) of ouderraad te bespreken. Het besluit om te werken met een coc, ligt uiteindelijk bij de oudercommissie. 

  • 2. Moeten leden van de lokale oudercommissie zitting nemen in de centrale oudercommissie?

    In de praktijk vaardigen oudercommissies vaak iemand uit (elke) lokale commissie af naar de centrale commissie. Dit is voor de betreffende persoon wel een flinke belasting en in grote organisaties is een dergelijke constructie vaak niet haalbaar. Er kunnen daarom ook ouders die niet in een lokale oudercommissie zitten, in de centrale oudercommissie plaats nemen. 

    Ook hoeven niet álle lokale oudercommissies in de centrale oudercommissie vertegenwoordigd te zijn. Dit is vaak bij grote organisaties met veel locaties zo. Het is dan wel extra belangrijk om goede samenwerkingsafspraken te maken, zodat de centrale oudercommissie en lokale oc’s op de hoogte blijven van wat er op ieders niveau speelt. Deze afspraken worden vastgelegd in het eigen huishoudelijk reglement van elke lokale oudercommissie en die van de centrale oudercommissie.

     

     

  • 3. Moet de lokale oudercommissie haar adviesrechten overdragen aan de centrale oudercommissie?

    De lokale oudercommissie machtigt de centrale oudercommissie voor één of meerdere van haar adviesrechten. Zij beslist zelf welke adviesonderwerpen en adviestaken ze uit handen wil geven aan de centrale oudercommissie. Afspraken hierover worden vastgelegd in het eigen huishoudelijk reglement van elke lokale oudercommissie. Het staat iedere lokale oudercommissie vrij om op elk gewenst moment hun machtiging aan de centrale oudercommissie voor een bepaald advies onderwerp in te trekken. Of om de voorwaarden waaronder gemachtigd is, aan te passen.

  • 4. Wat houdt het adviesrecht in voor de niet gemandateerde onderwerpen?

    Als de opvangorganisatie beleidsaanpassingen wil doorvoeren op een adviesonderwerp waarvoor één of meer lokale oudercommissies geen mandaat hebben afgegeven, dan moet de opvangorganisatie deze lokale oudercommissie(s) afzonderlijk om advies vragen.

  • 5. Heeft de centrale oudercommissie ook adviesrecht over locatie specifieke aangelegenheden?

    Locatie specifieke ontwikkelingen en daarmee adviesvragen behoren bij de lokale oudercommissie te blijven.

  • 6. Moet de centrale oudercommissie samenwerken met de lokale oudercommissie?

    Afspraken over communicatie en samenwerking tussen lokale en centrale oudercommissie zijn belangrijk. Deze kunnen worden vastgelegd in het huishoudelijk reglement van zowel de lokale oudercommissie als de centrale oudercommissie.

     

  • 7. Onze kinderopvanglocatie heeft geen lokale oudercommissie, mag zij wel een centrale oudercommissie hebben?

    Het kan zo zijn dat er binnen een opvangorganisatie wel een centrale oudercommissie actief is, maar dat niet op iedere afzonderlijke locatie een oudercommissie aanwezig is. Vanuit de locaties waar géén oudercommissie is, kan dus ook geen mandaat worden afgegeven aan de centrale oudercommissie. En met een advies vanuit de coc is voor de locaties zonder lokale oudercommissie ook niet voldaan aan het adviesrecht uit de Wet kinderopvang.

    Voor locaties zonder oudercommissie geldt voor de houder een voortdurende inspanningsverplichting om tóch een oudercommissie in te stellen. Deze inspanning moet ook aangetoond kunnen worden bij een inspectie door de GGD toezichthouder. Bij kindercentra waar maximaal 50 kinderen worden opgevangen, mag een houder in de tussentijd ouders op een andere manier betrekken bij de adviesonderwerpen. Ook wel Alternatieve Ouderraadpleging genoemd.