Blog | Steek de koppen bij elkaar
Gjalt Jellesma, voorzitter BOinK
Dit artikel is met toestemming van de redactie overgenomen uit Management Kinderopvang, nr. 5, 2019
Al eerder schreef ik in deze column over de voor- en nadelen van de samenwerking tussen onderwijs en kinderopvang. Hoe zou een waardevolle samenwerking eruit kunnen zien?
Het Integraal Kind Centrum! Een begrip waar van alles achter schuil kan gaan. Recent werd BOinK benaderd door een journaliste van de beroemde Franse krant Le Monde. Zij begreep niets van onze rotsvaste culturele traditie; de parttime werkende vrouw. Dezelfde traditie haalt voor een groot deel nut en noodzaak van de IKC- vorming onderuit. In veel landen maken kinderen fulltime gebruik van zowel dagopvang als bso. In die situatie levert het feit dat kinderopvang en school op dezelfde locatie worden aangeboden ouders veel gemak op. Een tweede punt is dat wanneer daadwerkelijk ook in Nederland vrijwel alle kinderen gebruik zouden maken van de bso, het vervoer tussen school en bso wel heel massale vormen zou gaan aannemen. Er is een steeds sterker wordende trend waarbij jonge vaders weliswaar fulltime blijven werken maar dat wel in vier dagen doen omdat ze de vijfde dag zelf voor hun kinderen willen blijven zorgen. Dat betekent dat zelfs wanneer Nederlandse vrouwen meer dan de fameuze 25 tot 28 uur per week gaan werken, het parttime gebruik van de kinderopvang eerder wordt versterkt dan minder wordt.
Maar het gaat toch over de doorlopende leerlijn? Nog niet zolang geleden bracht de Taskforce samenwerking onderwijs en kinderopvang haar advies uit. Onderdeel daarvan was om het toen nog nieuw te ontwikkelen curriculum onderwijs aan te laten sluiten op het curriculum kinderopvang 0 - 6 jaar. Inmiddels is het curriculum onderwijs klaar. Wat schetst onze verbazing: dat curriculum begint niet bij zes maar bij vier jaar. So much voor de doorlopende leerlijn. Wanneer er geen dringende noodzaak is en de inhoudelijke samenwerking in heel veel gevallen vooral met de mond beleden wordt, dan is het geen wonder dat het met de vorming van de èchte IKC’s nauwelijks opschiet.
Recent kwam ik dan ook samen met mijn collega van Ouders en Onderwijs tot de conclusie dat IKC-vorming bij ouders volstrekt geen item is. Het primair onderwijs kampt met twee grote problemen. De laaggeletterdheid neemt eerder af dan toe. En waar het gaat om de inclusie loopt Nederland ver achter op andere landen. Laten we de koppen bij elkaar steken en onze verantwoordelijkheid nemen. Het is een typisch Nederlands fenomeen dat de voorschoolse periode stelselmatig wordt onderschat, terwijl daarnaast het wetenschappelijk inzicht bestaat dat vier- en vijfjarigen nog niet aan leren toe zijn. Daar zijn we voorlopig nog niet van af. Waar we echter morgen al mee kunnen beginnen is het aanbieden van kinderopvang voor alle kinderen waarbij de zogenaamde VVE-pakketten simpelweg geïntegreerd zijn in het aanbod.
Nu al is de kinderopvang inclusiever dan het onderwijs. Laten we proberen die trend verder te versterken. Want met een integraal en inclusief aanbod is de kans dat het onderwijs succesvol het hoofd kan bieden aan de problemen waarmee ze kampt, een stuk groter. Dat is een samenwerking waar kinderen écht wat aan hebben.
Gjalt Jellesma, voorzitter BOinK
Meer blogs