Blog | Niet gehinderd door enige kennis

Wat me altijd weer opvalt en inmiddels eigenlijk ook behoorlijk irriteert, is de gebrekkige kennis over de staat van de kinderopvang in grote delen van ‘spraakmakend’ Nederland. Een paar weken geleden bezocht ik op zondagmiddag een discussie in De Balie in Amsterdam met als onderwerp ‘Hoe goede kinderopvang kiezen?’.

Er werd daar de conclusie getrokken - nadat een vertegenwoordiger van de stad Gent een presentatie had gegeven over de kinderopvang in zijn stad - dat de kwaliteit van de kinderopvang in België een stuk beter was dan in Nederland. Niets is minder waar. Gent, Leuven en nog een paar plaatsen zijn de witte raven in België. Maar ook in Gent is de kind-leidsterratio een stuk slechter dan in Nederland. De kinderopvang is voor Belgische ouders ook duurder. Doordat er aan de laagste inkomens een extra subsidie wordt verstrekt, wint men het in deze groep nipt van Neder- land. Op veel plaatsen kan de Belgische kinderopvang niet tippen aan het Nederlandse niveau. Uit de reacties uit het publiek bleek ook dat ik niet de enige was die met eigen ogen had gezien dat er in België kinderopvang bestaat met een beschamend lage kwaliteit. In hoeverre deze ontwikkeling te maken heeft met de ‘big bang’ waarmee in België het schrikbarend tekort aan kinderopvangcapaciteit werd opgelost door jaren geleden in één keer de kinderopvang over te hevelen naar het basisonderwijs is de moeite van het onderzoeken waard.

Renée Römkes, afzwaaiend directeur van Atria (Kenniscentrum voor emancipatie en vrouwengeschiedenis), stelt zonder blikken of blozen in haar afscheidsinterview in de Volkskrant het volgende: ‘Je ziet dat (…) de voorzieningen voor kinderopvang in Nederland ook dramatisch slechter zijn ontwikkeld vergeleken met de ons omringende landen. Zowel in capaciteit als in pedagogische kwaliteit.’. Helaas is Renée Römkes blijven hangen in haar beeld van de kinderopvang van minimaal 10 jaar geleden. Ook in Duitsland bestaan er wachtlijsten en is de kwaliteit gemiddeld zeker niet beter dan in Nederland. Brexit-buurman Engeland heeft waar het gaat om de financiële toegankelijkheid de afgelopen jaren een grote slag geslagen. Nederland staat echter – als het gaat om pedagogische kwaliteit - in het linker rijtje net onder de Scandinavische landen; Engeland en de rest van Europa staat daar onder.

Ook in het primair onderwijs, voor sommigen de gedroomde partner voor de kinderopvang, is het niet best gesteld met de kennis over de kinderopvang. Twee weekenden geleden was daar opeens het lumineuze idee om de kinderen een jaar langer naar de kinderopvang te laten gaan. Dit met het idee om het probleem van het grote tekort aan leraren in het primair onderwijs te verkleinen. Dat de kinderopvang met een net zo groot tekort aan personeel kampt als het primair onderwijs was onze vrienden van de doorgaande leerlijn even ontgaan. Nu is het - mits gefaseerd ingevoerd - een uitstekend idee om de voorschoolse periode tot en met 4 jaar te laten doorlopen. Het sluitstuk is dan dat kinderen met 6 jaar naar school gaan. Nu moeten waar het gaat om het slechte imago van de kinderopvang niet naar het onderwijs wijzen maar als kinderopvang bedenken hoe we dit beeld kunnen ombuigen.

Meer blogs

Meer over kwaliteit van kinderopvang