Blog | Keeping up appearances
Gjalt Jellesma, voorzitter BOinK
Dit artikel is met toestemming van de redactie overgenomen uit Management Kinderopvang, nr. 1, 2018
Indachtig de kerstgedachte buitelen op Twitter, in Facebookgroepen, in diverse vlogs en op sites als kinderopvangtotaal.nl de meningen over de effecten van een aantal IKK-maatregelen over elkaar heen.
Wat opvalt is dat er ook een aantal verschillende waarheden wordt verkondigd. Ook oudercommissies bellen BOinK en vragen of het waar is dat wanneer ouders ervoor tekenen dat bepaalde IKK-maatregelen niet worden ingevoerd het kinderdagverblijf ook niet meer aan desbetreffende eisen hoeft te voldoen. Over dat laatste kunnen we kort zijn: nee, dat is niet het geval. Je kunt wettelijke maatregelen niet ongedaan maken in een onderlinge overeenkomst.
Interpreren
Nu is het zo dat alle maatregelen eigenlijk al meer dan een jaar bekend zijn. Wel is het spijtig dat er uiteindelijk voor een aantal IKK-maatregelen die per 1 januari 2018 van kracht werden de implementatieperiode eigenlijk te kort was. Signalen dat bij de implementatie er op verschillende wijze uitleg wordt gegeven aan de wijze waarop bepaalde maatregelen moeten worden geïnterpreteerd dan wel worden beoordeeld, dragen niet bij aan het vertrouwen in de wet.
Wens Tweede Kamer
Een van de meest ingrijpende maatregelen is de verlaging van de bkr bij de baby’s, die overigens pas per 1 januari 2019 ingaat. Dat was niet direct een idee van de convenantpartijen, maar kwam voort uit een vrijwel unaniem gedragen wens van de Tweede Kamer om de kwaliteit van de babyopvang te verbeteren. Ook het twee-gezichtencriterium en de aanpassing van de drie-uursregeling komen uit deze zelfde Kamerwens voort.
Fake feiten
Ook al staan de handtekeningen van vijf partijen onder een akkoord, dan nog zijn die partijen niet ontslagen van de plicht om een zorgvuldige invoering en een juiste implementatie van wat in het akkoord staat te bevorderen. Daar zijn we als sector in de meest brede zin, en daarmee doel ik ook op de niet-georganiseerde ondernemers, echt wel toe in staat. Wat er echter nu gebeurt, zal in ieder geval vooral bijdragen aan beschadiging van het imago van de sector. Het mag misschien effectief lijken om via sociale media elkaar met grote woorden en fake feiten te bestoken, uiteindelijk levert dat weinig op. Er is meer dan voldoende aanleiding om de zorgen die worden geuit serieus te nemen. Maar wie niet de moeite neemt om zich op de hoogte te stellen van de feiten verdwijnt in de grote massa op het internet, die over van alles en nog wat een mening uit. Maar uiteindelijk door beleidsmakers en politiek niet serieus wordt genomen.
Ik doe geen oproep om de schone schijn op te houden, maar ik wil er wel op wijzen dat ook in het primair onderwijs sprake is van tal van onderlinge tegenstellingen. Het onderwijs slaagt er echter wel goed in om naar buiten met één stem te reageren. Het bestoken van alles en iedereen, en met name Tweede Kamerleden, ministerie en media, met onjuiste feiten zou zomaar mensen kunnen sterken in het idee dat je die ‘commerciële’ kinderopvang beter aan het onderwijs kunt overlaten. Er bestaat tussen aan de bel trekken en je eigen glazen ingooien een dunne grens.
Discussie
Als u dit leest, zijn we al weer een paar weken in het nieuwe jaar en hoop ik dat we inmiddels bezig zijn met een op feiten gebaseerde discussie over de uitleg en de effecten van het IKK. Wij als BOinK kunnen wel vinden dat kinderen van 0 tot 4 jaar – en eigenlijk tot 6 jaar – thuishoren in de kinderopvang. Maar het zou zomaar kunnen zijn dat een aantal partijen binnen en buiten dit kabinet daar anders over denkt. En vechtend over straat rollen zal ze zeker niet van mening doen veranderen.