Blog | Een warme overdracht
Gjalt Jellesma, voorzitter BOinK
Dit artikel is met toestemming van de redactie overgenomen uit Management Kinderopvang, nr. 1, 2019
De vraag wie kinderopvang organiseert is iets wat de gemiddelde ouder niet echt bezighoudt. Wel zijn veel Nederlandse ouders gevoelig voor termen als ‘Schooltje spelen met kinderen’. De druk op jonge kinderen door het afnemen van Cito-toetsen bij 3-jarigen of het proberen op veel te jonge leeftijd cognitieve vaardigheden bij te brengen, is iets wat veel ouders zorgen baart.
Ik heb al vaker betoogd dat het vreemd is dat in Nederland 4- en 5-jarigen naar school gaan. In het buitenland begint school echt met 6 jaar, daarvoor is de kinderopvang aan zet. Wanneer je de grens naar beneden toe verlegd, is het ook heel makkelijk te beweren dat 2- en 3-jarigen op school thuishoren. Waar tot nu toe de knip bij 4 jaar lag, ligt straks de knip bij 2 of 2,5 jaar. Het ouderschapsverlof in Nederland is geen 24 maanden dus kinderen gaan al vanaf 4 maanden naar de kinderopvang.
Laaggeletterdheid
Nu gaat het met het overgrote deel van onze kinderen best goed. Toch zijn er ontwikkelingen die ons ernstig zorgen moet baren. De hardnekkige en zelfs toenemende laaggeletterdheid is een probleem waarop het onderwijs maar geen antwoord weet te vinden. In een maatschappij die steeds verder digitaliseert, vormt laaggeletterdheid een drempel waardoor een steeds grotere groep mensen niet of nauwelijks meekomt. Ook op het gebied van inclusie loopt het Nederlandse onderwijs hopeloos achter. Ondanks de invoering van de wet Samen naar school, loopt het aantal kinderen dat naar het speciaal onderwijs gaat, het laatste jaar zelfs weer op.
Kloof dichten
Bij volwassenen is het niet meer eenvoudig, zo niet onmogelijk om de spreekwoordelijke kloof te dichten. Meer kansen biedt het om extra in te zetten op de jongste kinderen met een (taal)achterstand. De kwaliteit van de voorschoolse educatie is door de verbetering van de opleidingen en randvoorwaarden sterk verbeterd. Toch slagen we er nog nauwelijks in om kinderen te helpen hun achterstand in te lopen. Recent onderzoek toont aan dat de keuze om 4-jarigen naar school te sturen hier een probleem vormt. Resultaten behaald bij 2- en 3-jarigen gaan verloren in groep 1 en 2 van het basisonderwijs.
Doorgaande leerlijn
Opeenvolgende ministers van onderwijs verwijzen graag naar buitenlands onderzoek dat aantoont dat de voorschoolse educatie wel effectief is. Dat voorschoolse programma’s daar niet-gesegregeerd worden aangeboden en doorlopen totdat kinderen 6 jaar oud zijn, vergeten ze gemakshalve te vermelden. Ook na lang en hardnekkig doorvragen blijkt het bij de zo gekoesterde doorgaande leerlijn gewoon te gaan om een warme overdracht. Dat begrip wordt geborgd door kennis over en respect voor de voorgaande voorziening van, in dit geval, het basisonderwijs.
Fake-IKC’s
Inmiddels is Nederland helaas vergeven van fake-IKC’s. Wel het bordje op de deur maar zonder de inhoud die bij een echt Integraal Kindcentrum hoort. Wat kinderopvangondernemers bezielt die maar blijven roepen dat zij zo snel mogelijk onderdeel willen worden van een IKC, is mij dan ook een raadsel. Dat het onderwijs wetenschappelijk onderzoek over jonge kinderen niet serieus neemt en er niet in slaagt de grote problemen rondom laaggeletterdheid en inclusie op te lossen; daar kan de kinderopvang weinig aan doen. Wie in het belang van kinderen echt hecht aan een warme overdracht bedenkt zich wel drie keer voordat zij de kinderopvang uit handen geeft.