Blog | Goed begrepen eigen belang

Gjalt Jellesma, voorzitter BOinK "Dit artikel is met toestemming van de redactie overgenomen uit Management Kinderopvang, nr. 2

Met het oog op de hoorzitting in de Tweede Kamer over het niet indexeren van de uurprijs in 2026, had BOinK haar jaarlijks uurprijsonderzoek versneld afgerond. Wie zijn oor te luister legt bij de politiek merkt dat er richting de sector behoorlijk veel wantrouwen is, waar het gaat om de rechtmatigheid van de gevraagde uurprijzen.

Het ontbreken van transparantie – een groot deel van de kinderopvangorganisaties vermeldt haar uurprijs op de site niet – helpt daar niet aan mee. Bij een aantal partijen richt dit wantrouwen zich vooral op de commerciële kinderopvang. Ons uurprijsonderzoek laat echter zien dat er sectorbreed een hogere prijs wordt gevraagd dan de maximale uurprijs die de overheid vergoedt.

Door de tussentijdse verhogingen zaten in 2024 meer kinderopvangorganisaties op of rond de maximale uurprijs. Bij de aanbieders die een hogere uurprijs vroegen was het verschil tussen de door hun gevraagde uurprijs en de maximum uurprijs kleiner dan het jaar daarvoor. Dat stond haaks op de voorspelling van een aantal economen: dat bij de invoering van het nieuwe stelsel de uurprijzen uit de pan zullen rijzen. Immers, doordat de prijs twee keer verhoogd werd ontstond er ruimte om hogere uurprijzen te vragen. Maar het tegendeel gebeurde. Nu maakt één zwaluw nog geen zomer. 

De stelligheid waarmee gepleit wordt voor prijsregulering is wel erg groot.

Het uurprijsonderzoek wat BOinK altijd samen met het Waarborgfonds uitvoert, laat zien dat de prijzen in 2025 in de dagopvang met 6,5% zijn gestegen. Het maximum kinderopvangtarief steeg met 4,5%, dus daar is alweer een gat van 2% ontstaan. Ik wees hiervoor al op het effect van de tussentijdse verhogingen van het kinderopvangtarief in 2024. En dat wordt ook zichtbaar. In 2025 lag het gemiddelde opvangtarief 4,4% boven het maximum opvangtarief, waar dat in 2024 nog 2,4% was. In de bso zijn de prijzen met 6,1% gestegen. Het maximum kinderopvangtarief steeg met 4,4%, dus hier is het verschil 1,7%. Het gemiddelde kinderopvangtarief ligt in 2025 5,3% boven het maximum opvangtarief, waar dat in 2024 nog 3,5% was.

Het zal duidelijk zijn wat het effect is van het niet indexeren in 2026. Het overgrote deel van de lage en middeninkomens zal 10% boven op het vergoede uurtarief, zelf moeten betalen. Nu wil ik de voorstanders van prijsregulering vooral oproepen om zich niet het zand in de ogen te laten strooien. Bij prijsregulering telt vooral wat het uitgangspunt is geweest. Het lijkt fijn voor ouders, maar helaas blijkt uit buitenlandse voorbeelden dat er een levensgrote kans is dat zo’n tarief veel te laag komt te liggen. Dat is desastreus voor de kwaliteit – met te weinig geld kan je geen kwaliteit bieden – maar ook voor het keuzeaanbod. Een warme maaltijd op de dagopvang, schoolzwemmen of andere activiteiten op de bso, bijvoorbeeld sport, is iets waar ook ouders met een laag inkomen graag voor betalen. Huisvesting en energiekosten spelen een steeds grotere rol en zijn regionaal sterk verschillend. Dat er uit het lopende kostprijsonderzoek door SZW een duidelijke richtprijs zou komen, is dan ook zeer onwaarschijnlijk.

Uurprijsonderzoek kinderopvang: Kinderopvang blijft duur voor lage- en middeninkomens

Lees meer blogs van Gjalt Jellesma