Blog | Welkom in de kinderopvang
Gjalt Jellesma, voorzitter BOinK
Dit artikel is met toestemming van de redactie overgenomen uit Management Kinderopvang, nr. 4
Geachte staatssecretaris, beste Jurgen Nobel, hierbij heet ik u van harte welkom in deze prachtige sector.
Een miljoen kinderen van 0 tot 12 jaar en hun ouders vormen samen met 160.000 medewerkers die prachtige voorziening waarvoor wij in Nederland het ongelukkige woord kinderopvang gebruiken.
Laat ik gelijk met een disclaimer beginnen: het CBS en de Belastingdienst hanteren verschillende cijfers wat betreft het aantal kinderen wat gebruik maakt van kinderopvang. Ik durf het bijna niet te zeggen, maar ik gebruik de cijfers van de Belastingdienst.
Het belang van kinderen komt altijd op de eerste plaats, maar natuurlijk zijn ook ouders sterk afhankelijk van kinderopvang. En wat we nooit mogen vergeten, zonder de dagelijkse inzet van die 160.000 medewerkers wordt er geen kind opgevangen en kan er geen ouder aan het werk. We zijn terecht trots op het feit dat onze 0-4 opvang tot de beste van Europa behoort. Het evenwicht vinden tussen het handhaven van die kwaliteit en het bieden van een opvangplaats voor ieder kind, in combinatie met het arbeidsmarkttekort, vormt sinds de covidperiode een steeds groter probleem.
Een zeker zo grote uitdaging is het anticiperen op politieke besluitvorming. De kinderopvang is in het verleden getroffen door zware bezuinigingen en financieel jojobeleid. Van het bekende trio rust, reinheid en regelmaat zijn in ieder geval de rust en regelmaat voor ouders die arbeid en zorg combineren een absolute noodzaak. Die willen vooraf weten waar ze (financieel) aan toe zijn. Een niet te onderschatten factor in een vergrijzend land met teruglopende geboortecijfers. In 2005 waren we over het algemeen best blij met de nieuwe Wet kinderopvang en met het financieel maatwerk van het toeslagenstelsel.
Nu, bijna twintig jaar later, is er de sterke roep om een ingrijpende stelselherziening die linksom of rechtsom grote gevolgen heeft voor ouders en ondernemers in de kinderopvang. Nu wijst iedereen waar het gaat om de urgentie bij het ontwikkelen van een nieuw stelsel naar de kinderopvangtoeslagaffaire, maar ook daarvoor zagen we al dat het toeslagenstelsel tot grote jaarlijkse terugvorderingen leidde en daarmee tot grote risico’s voor ouders. Op 5 juni 2015 schreef de toen verantwoordelijke minister Lodewijk Asscher wat het kabinet beoogde met directe financiering en pas in 2019 kwam de toeslagenaffaire in de volle breedte in de media. Bijna vier jaar lang is er destijds gewerkt aan een stelselherziening onder de naam Directe financiering kinderopvang. Totdat staatssecretaris Van Ark in april 2018 namens het kabinet de stekker eruit trok. Het vorige kabinet pakte de draad weer op om vervolgens toch weer, tijdelijk, te stoppen. Het huidige kabinet neemt de plannen van hun voorgangers over.
Kortom, een stevige intervaltraining voor zowel het ministerie als voor de sector. Het ontwikkelen van een goed stelsel vraagt om een goede samenwerking tussen het ministerie en de sector. Daarover heb ik goed nieuws. Natuurlijk schuurt het wel eens, gelukkig maar zou ik zeggen, maar uiteindelijk werken we goed samen.
Beste staatsecretaris, u zult merken: de kinderopvang kun je om een boodschap sturen. Doe er uw voordeel mee.