Rapport 'Blind voor mens en recht' van de parlementaire enquêtecommissie Fraudebeleid en Dienstverlening
Op 26 februari heeft de Parlementaire Enquêtecommissie het rapport Blind voor mens en recht gepresenteerd.
De commissie bestaat uit leden van de Tweede Kamer. Een parlementaire enquête is het zwaarste middel dat de Tweede Kamer kan inzetten. Deze commissie heeft onderzoek gedaan naar het fraudebeleid. Het rapport gaat niet alleen over de kinderopvangtoeslagaffaire. Het rapport gaat over het beleid tegen fraude op meerdere terreinen.
De centrale vraag is: waarom heeft dit kunnen gebeuren? Het rapport oordeelt snoeihard. De voorzitter spreekt van een ‘nietsontziende fraudejacht’ en van ‘vermorzelde levens’.
De commissie trekt vijf conclusies (in korte zinnen samengevat):
- De wetten waren niet goed.
- Mensen die een foutje maakten, waren ‘fraudeur’.
- De staatsmachten, met name de Raad van State, heeft in haar uitspraken ouders geen rechtsbescherming geboden.
- Grondrechten zijn geschonden.
- De politiek maakte financiële keuzes. De politiek hield geen rekening met burgers.
De commissie oordeelt ook hard over de Tweede Kamer zelf. “Kamerleden hebben actief bijgedragen aan een hard fraudebeleid en ellende voor mensen niet weten te voorkomen. Het parlement heeft in meerderheid gefaald in haar wetgevende en controlerende taak en is hiermee medeverantwoordelijk voor de basis van de ellende voor mensen.”
De commissie spaart ook de media niet en constateert dat zij in negatieve zin een aanjagende functie heeft gehad door veel te eenzijdig de nadruk op fraude bij ouders te leggen.
Het kan morgen weer gebeuren, zegt de commissie. En dat mag niet. “Laat het leed niet voor niets zijn geweest.” Daarom doet de commissie een aantal aanbevelingen. Deze aanbevelingen zijn te lezen in hoofdstuk 3 van het rapport.
Rapport Blind voor mens en recht van parlementaire enquêtecommissie Fraudebeleid en Dienstverlening