Denk mee met de aanpassingen van de taaleis voor pedagogisch medewerkers in de kinderopvang via de internetconsultatie
Op 1 januari 2025 moeten pedagogisch medewerkers taalniveau 3F of B2 Nederlands hebben. Pedagogisch medewerkers die taalvaardig zijn op dat niveau, dragen bij aan een goede taalontwikkeling van kinderen. Wat de kinderen helpt bij een goede start op de basisschool. Deze taaleis is onderdeel van de Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang (IKK). De ontwerpregeling staat nu online.
In de Regeling Wet kinderopvang worden een aantal aanpassingen doorgevoerd in de taaleis IKK. Een van de doelen van de aanpassingen is om duidelijkheid te geven over welke bewijsstukken aantonen dat iemand aan de taaleis IKK voldoet. Een ander doel van de voorgestelde aanpassingen is om de taaleis IKK minder knellend uit te laten pakken in de praktijk.
Voorgestelde uitzonderingen op de taaleis IKK
- Taalniveau 3F of B2 wordt niet verplicht voor medewerkers in de BSO. Zij moeten minimaal het taalniveau 2F of B1 beheersen.
- Beroepskrachten die geboren zijn op of vóór 31 december 1964 krijgen 3 jaar extra tijd om aan de taaleis te voldoen.
- Er komt extra tijd voor medewerkers die in de tweede helft van 2024 langdurig afwezig zijn geweest, bijvoorbeeld door ziekte of (zwangerschaps)verlof.
- De taaleis Nederlands gaat alleen gelden voor beroepskrachten die de Nederlandse taal als voertaal gebruiken. Beroepskrachten die volledig een andere voertaal spreken met de kinderen, hoeven niet aan de taaleis Nederlands te voldoen. Dit kan zijn Duits, Engels of Frans in de meertalige kinderopvang. Deze uitzonderingen gelden pas nadat de ministeriële regeling definitief is gepubliceerd in de Staatscourant.
Reageer tot en met 12 mei op de internetconsultatie
De ontwerpregeling die de aanpassingen doorvoert in de taaleis staat nu online ter openbare (internet)consultatie. Wil je meer weten en een reactie geven op de ontwerpregeling? Dat kan tot 12 mei 2024.