Hogere maximumuurprijs moet niet leiden tot hoger uurtarief voor ouders

In de brief benadrukt de minister nogmaals dat een hogere maximumuurprijs niet mag leiden tot een hoger uurtarief voor ouders. Zij zal daarom de ontwikkeling van de uurtarieven met aandacht volgen en vergelijken met de ontwikkeling van tarieven in afgelopen jaren.

Reactie BOinK

De Tweede kamer heeft met het extra verhogen van de tarieven van de kinderopvangtoeslag vooral de lage- en midden inkomens extra willen ondersteunen. BOinK wijst er al jaren op dat juist deze ouders worden getroffen door het verschil tussen de uurprijs die zij daadwerkelijk moeten betalen en de maximum uurprijs zoals deze door de overheid wordt vergoed. Het verschil tussen deze prijzen komt namelijk voor 100 procent voor rekening van ouders. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling deze verhoging te gebruiken om de prijzen extra te verhogen! Ook de branchepartijen BK en BMK benadrukken dit bij hun leden. Zij adviseren daarom aan houders om het prijsadviestraject met de oudercommissie te doorlopen op basis van de genoemde tarieven uit het definitieve besluit. Wijs jullie kinderopvangaanbieder hier dan ook vooral op. In het jaarlijkse uurprijsonderzoek dat BOinK samen met het Waarborgfonds uitvoert zullen wij begin 2024 dan ook met name kijken naar het effect van deze extra verhoging van de kinderopvangtoeslag.  

De verhoging van het maximale uurtarief voor de kinderopvangtoeslag is sowieso op zichzelf geen reden voor een prijsverhoging. Als een kinderopvangorganisatie haar uurtarief wil verhogen, dan moet het kunnen aantonen waarom de prijsverhoging nodig is en/of waaraan de extra inkomsten worden besteed. Denk hierbij ook aan de oproep van BOinK en andere partijen eerder dit jaar om de kinderopvangtoeslag extra te verhogen met als doel een stijging van de lonen in de kinderopvang mogelijk te maken. Het is immers, met het oog op het personeelstekort, ook in het belang van ouders dat het financieel aantrekkelijk is om in de kinderopvang te werken.

Oproep voor oudercommissie: stel vragen over hoe de werkelijke kostenontwikkeling van dit jaar (2023) overeenkwam of juist afweek van de voorspellingen die in 2022 werden gedaan.

Deze bevindingen zouden meegenomen kunnen worden in de locatiespecifieke prognose die de organisatie voor de kostenontwikkeling in 2024 maakt. Stel ook de vraag waarom bepaalde onderdelen uit de prognose van dit jaar specifiek voor de eigen locatie van toepassing zijn. Neem geen genoegen met een algemene toelichting. Een helder overzicht van de kostenontwikkeling helpt beide partijen om een duidelijk beeld te vormen over hoe kosten zijn opgebouwd en waar de ontwikkelingen van een organisatie in de toekomst liggen.

N.B. Elke organisatie heeft te maken met specifieke kostenstijgingen en -dalingen. Hierdoor is de algemene indexering waarop de stijging van het maximum uurtarief is gebaseerd niet zomaar toepasbaar op elke kinderopvangorganisatie en -locatie.