Blog | De Tredmolen

Gjalt Jellesma (voorzitter BOinK) Dit artikel is met toestemming van de redactie overgenomen uit Management Kinderopvang, nr. 4

Naar aanleiding van het aantal uittreders uit de zorg, namelijk 155.000, werd onlangs nog eens benadrukt hoe groot en nijpend het personeelstekort is. Nu is het cijfer 155.000 vertekend door het afschalen van alles wat met Covid-19 te maken heeft, maar ook van de helft slaat de schrik ons om het hart. Niet alleen omdat de kinderopvang concurreert met de zorg bij het binnenhalen van nieuwe medewerkers, maar ook omdat zonder voldoende kinderopvang de problemen alleen maar groter worden.

Nu stelt BOinK al een jaar voor om het beschikbaar aanbod over meer ouders te verdelen. Nieuwkomers hebben recht op twee kortere dagen van negen uur en bij een derde dag is het altijd een woensdag of een vrijdag. Natuurlijk kijken we naar de bezwaren. Eerst nog even de gedachtegang. Het overgrote deel van de Nederlandse ouders - ook het piepkleine deel dat fulltime werkt - maakt maximaal drie dagen gebruik van kinderopvang. Dat drie dagen thuiswerken met kinderen om je heen niet houdbaar is, heeft Covid-19 ons wel geleerd, maar één dag is best op te brengen. Bovendien werken er inmiddels veel mensen één of meer dagen vanuit huis. Bestaande contracten willen we niet aantasten, want daarmee breng je ouders vreselijk in de problemen. Maar door dit maximum van twee dagen en door het aanbieden van kortere dagen ontstaat er een hoop extra capaciteit voor nieuwe toetreders en ouders die een tweede of derde kind op de opvang willen plaatsen. Natuurlijk vraagt een dag van negen uur aanpassingen van ouders en werkgevers. Maar in praktijk brengt de overgrote meerderheid van de ouders hun kinderen nu al niet langer dan negen uur naar het kinderdagverblijf. We kunnen niet langer blijven hangen in tegenwerpingen als ‘sommige ouders hebben meer dan negen uur opvang nodig’, ‘het gaat ten koste van de flexibiliteit’, ‘zo kunnen vrouwen nooit fulltime werken’, ‘niet iedere ouder kan vanuit huis werken’ en’ met maar negen keer het uurtarief komen we geld tekort’.

Slechts een kleine groep ouders heeft meer uren nodig. De flexibiliteit is al lang verdwenen. Hoe moeilijk te verteren ook dat Nederlandse vrouwen massaal parttime werken, ligt dat verankerd in onze cultuur en is niet het gevolg van het gebrek aan kinderopvang. Niet iedereen kan vanuit huis werken, maar veel ouders wel. Uurtarieven moeten kostendekkend zijn en er moeten twee uurtarieven komen voor 0- en 1-jarigen en voor 2- en 3-jarigen. Voor het hogere tarief voor 0- en 1-jarigen graag het realistische uitgangspunt dat de BKR ergens op 1 op 4,5 uitkomt. Dus geen onzinberekeningen gebaseerd op groepen, alleen bestaande uit 0-jarigen die het hele jaar komen.

Het zal niet eenvoudig worden om de politiek te overtuigen, maar de kinderopvang zelf moet ook uit de tredmolen stappen. Vier dagen basisonderwijs wordt al heel gewoon en nu moet de kinderopvang ook echt gaan bewegen. Dus graag de roze bril af! Kinderopvang naar het onderwijs gaat ouders niets opleveren, maar hoogstwaarschijnlijk het tekort alleen maar vergroten. Ouders op de wachtlijst zitten te wachten op een plaats, niet op uw dromen.

Dit artikel is met toestemming van het vakblad Management Kinderopvang gepubliceerd.

Meer blogs van Gjalt Jellesma in Management Kinderopvang