Definitief besluit kinderopvangtoeslag 2025 bekend gemaakt

Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de maximum uurprijzen en de vergoedingspercentages voor de kinderopvangtoeslag in 2025 vastgesteld. 

Lees hier de reactie van BOinK op de kinderopvangtoeslag voor 2025.

Veel werkende ouders zijn volgend jaar minder geld kwijt aan kinderopvang. Dit komt doordat het kabinet 429 miljoen euro uittrekt voor het verhogen van de kinderopvangtoeslag. De extra investering is een eerste stap richting een nieuw financieringsstelsel, dat wordt verwacht vanaf 2027.

Staatssecretaris Jurgen Nobel: “Goede, toegankelijke kinderopvang maakt het makkelijker om werk en gezin te combineren. Daarom maken we de kinderopvang volgend jaar goedkoper voor een groot deel van de werkende ouders. Zo groeien we in stappen toe naar een nieuw, eenvoudiger financieringsstelsel met bijna gratis kinderopvang.”   

Groter deel vergoed
Komend jaar krijgen gezinnen met een inkomen tussen ongeveer € 29.400 en € 159.200 een groter deel van de kosten voor kinderopvang vergoed. Als voorbeeld: een gezin met één kind op de opvang en een gezamenlijk inkomen van € 45.000 krijgt nu 87,3% van de kosten tot de maximum uurprijs terug. In 2025 krijgen zij 96,0% van de kosten tot de maximum uurprijs vergoed.

Indexatie van maximum uurprijzen en inkomens
In 2025 worden ook de maximum uurprijzen en de toetsingsinkomens geïndexeerd. Door de maximum uurprijzen iets lager te indexeren (met € 0,04) wordt het mogelijk de toegankelijkheid en kwaliteit van de kinderopvang verder te vergroten.

Maximum uurprijzen per soort kinderopvang 2025
Het bedrag dat de overheid vergoedt, hangt af van het inkomen van de ouders, het aantal kinderen en de soort opvang. 

Maximum uurprijzen per soort kinderopvang 2025

Dagopvang:  € 10,71
Buitenschoolse opvang: € 9,52
Gastouderopvang: € 8,10

Kinderopvangorganisaties en gastouders zijn vrij om hun eigen uurtarief te bepalen. De overheid biedt een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang tot aan de maximum uurprijs. Het verschil tussen het uurtarief en de maximum uurprijs wordt door de ouders zelf betaald.

 

Bron: Nieuwsbericht | 02-10-2024 |Rijksoverheid

Bericht Rijksoverheid: definitief besluit kinderopvangtoeslag 2025

Reactie BOinK op de kinderopvangtoeslag 2025

Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de maximum uurprijzen en de vergoedingspercentages voor de kinderopvangtoeslag in 2025 vastgesteld. 

In 2025 wordt de groep ouders die de laagste ouderbijdrage moeten betalen uitgebreid.

Vanaf 2025 ontvangen gezinnen met een gezamenlijk toetsingsinkomen tot en met € 47.403 96% van de kosten van kinderopvang vergoed.

Tot dan toe kregen alleen de laagste inkomens 96% van de kosten tot de maximum uurprijs vergoed. De groep ouders met de laagste inkomens dreigen er echter op achteruit te gaan.

In het Belastingplan 2023 is namelijk voorgesteld om de IACK vanaf 2025 af te schaffen. De Inkomens afhankelijke combinatie korting is een korting op de te betalen belasting voor ouders met jonge kinderen waarvan vooral de laagste inkomens profiteren. Het afschaffen heeft voor deze groep nadelige financiële gevolgen, en doordat het percentage wat zij als eigen bijdrage betalen aan de kinderopvang niet verandert worden zij hiervoor niet financieel gecompenseerd. De eigen bijdrage blijft voor de groep ouders uit de lagere inkomensklassen gelijk.

Doordat in veel gevallen de gevraagde uurprijzen in de kinderopvang hoger liggen dan het niveau van het maximum uurprijs die de overheid vergoed, moeten ouders het verschil tussen de vergoede uurprijs en de gevraagde uurprijs zelf betalen. Dat verschil kan zomaar oplopen tot 1 euro per uur. Dat betekent dat ouders met de laagste inkomens in praktijk vaak een veel grotere eigen bijdrage moeten betalen dan waarin de wetgever had voorzien. Dit werpt bij lage inkomens een drempel op om gebruik te kunnen maken van de kinderopvang.

De extra verhoging van het maximale uurtarief in 2024 heeft voor ouders een positief effect.

Uit het uurprijsonderzoek van BOinK komt naar voren dat er in 2024 meer aanbieders op de maximum uurprijs zitten ten opzichte van het jaar ervoor. Daarmee is het aantal organisaties dat een tarief vraagt dat hoger is dan het maximumtarief afgenomen. Het verschil tussen de maximum uurprijs en het hogere tarief dat sommige organisaties vragen is bovendien afgenomen. Helaas heeft het kabinet aangekondigd dat de uurprijs is 2026 niet geïndexeerd wordt. BOinK vreest dat als gevolg hiervan in 2026 het verschil tussen de gevraagde uurprijzen en de door de overheid maximum vergoede uurprijs weer groter gaat worden. Dit is met name nadelig voor de groep kinderopvang gebruikers met de laagste inkomens.