Vervoerskosten van school naar de bso worden over het algemeen niet apart in rekening gebracht. Deze kosten worden meegenomen in de berekening van de totale uurprijs als onderdeel van de ‘directe organisatiekosten’. Ze vallen daarmee onder het adviesrecht van de oudercommissie op prijswijzigingen.
Als de vervoerskosten wel apart berekend worden, dan moet dat in het contract of de algemene voorwaarden worden vastgelegd. De bso kan hier niet zomaar eenzijdig wijzigingen in aanbrengen; ouders moeten daar afzonderlijk akkoord voor geven. Ouders hebben geen recht op kinderopvangtoeslag over deze aparte uren/kosten voor vervoer. Let daarop bij het invullen van de gegevens bij de Belastingdienst.
Verantwoordelijkheid en Veiligheid
Vanaf het moment dat de school uit is, vallen de kinderen die gebruik maken van de bso onder de verantwoordelijkheid van de kinderopvangorganisatie. Een bso moet vanaf dat moment ‘verantwoorde kinderopvang’ bieden. In de Wet kinderopvang staat dat de houder van de kinderopvangorganisatie verantwoordelijk is voor het veilig vervoeren van kinderen. Hij/zij dient maatregelen te treffen om vervoer op een veilige manier te regelen.
Er staan geen specifieke eisen* voor vervoer in de wet- en regelgeving voor de kinderopvang, omdat iedere vervoerssituatie anders is. De houder moet dus zelf goed nadenken over het waarborgen van de veiligheid van de kinderen en daarbij mogelijke risico’s inventariseren. Dit alles moet worden vastgelegd in het Veiligheidsbeleid. Denk hierbij aan zaken zoals:
- verloop van de route (druk of rustig, lengte, mogelijke gevaren, hoeveelheid scholen);
- type vervoersmiddel (wat past het beste bij deze route);
- juist gebruik van dit vervoersmiddel (bijvoorbeeld een auto of BSO-Bus);
- grootte van de groep en leeftijd van de kinderen;
- de persoon die de kinderen ophaalt (wie kan gezien de situatie het beste worden ingezet)
- emotionele veiligheid (is het in deze situatie nodig om vaste gezichten in te zetten).
VeiligheidNL geeft helder advies over het veilig op pad gaan met kinderen op de fiets en in de auto. Hier kunt u informatie vinden over bijvoorbeeld het juist gebruik van autostoeltjes en zitverhogers. Lees ook op onze themapagina Veiliheid & gezondheid meer info over de BSO Bus (voorheen Stint).
*De enige regel die wel vaststaat, is dat het niet verplicht is dat een pedagogisch medewerker tijdens het vervoer aanwezig is. De kinderopvang mag er bijvoorbeeld voor kiezen om het vervoer door een taxibedrijf te laten uitvoeren. De persoon die voor het vervoer wordt ingezet, moet wel beschikken over een geldige VOG (Verklaring Omtrent Gedrag).
Adviesrecht oudercommissie
Het vervoer van een kinderopvanglocatie valt als onderdeel van het Veiligheidsbeleid onder het wettelijk adviesrecht van de oudercommissie. Wijzigingen in dit beleid moeten door de houder altijd ter bespreking en advies aan de OC voorgelegd worden.
Toezicht op veilig vervoer?
Het inspectiedomein Veiligheid en gezondheid wordt niet bij iedere controle door de GGD beoordeeld. Gebeurt dit wel, dan zal de toezichthouder niet letterlijk de aanwezigheid van de juiste autostoeltjes controleren. Hij/zij zal wel beoordelen of de vorm en wijze van vervoer voldoet aan de eisen voor verantwoorde kinderopvang. Is er in het Veiligheids- en Gezondheidsbeleid aandacht besteed aan het vervoer? Heeft de houder nagedacht over het vervoer en kan hij/zij goed uitleggen waarom bepaalde keuze(s) zijn gemaakt? Zijn de oudercommissie en de ouders op de hoogte van het beleid rondom vervoer?
Voor de kwaliteit en de juistheid van het beleid is de houder verantwoordelijk. Merkt u als ouder of oudercommissie dat er zich onveilige situaties voordoen? Of dat de houder onvoldoende nagedacht heeft over het vervoer? Bespreek dit dan met de houder. Of neem bij zorgelijke situaties direct contact op met de GGD om uw zorgsignaal af te geven.