Veiligheids- en gezondheidsbeleid in de kinderopvang

Alle kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en buitenschoolse opvanglocaties moeten een actueel veiligheids- en gezondheidsbeleid hebben dat past bij de activiteiten, de locatie en de inrichting van de kinderopvangorganisatie. Dit beleid moet de veiligheid en gezondheid van de kinderen zoveel mogelijk waarborgen. In de praktijk moeten de pedagogisch medewerkers handelen zoals in het veiligheids- en gezondheidsbeleid beschreven staat. In de Wet kinderopvang worden specifieke eisen gesteld aan het veiligheids- en gezondheidsbeleid. Deze worden hieronder beschreven.

In de gastouderopvang is een veiligheids- en gezondheidsbeleid niet verplicht. Wel moeten gastouders jaarlijks een risico-inventarisatie doen en een ongevallenregistratie bijhouden.

Over het veiligheids- en gezondheidsbeleid

De invloed van de pedagogische visie op het veiligheids- en gezondheidsbeleid
Elke kinderopvanglocatie (peuterspeelzaal, kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang) is verplicht zijn eigen beleid op veiligheid en gezondheid te hebben. Dit beleid komt voort uit de pedagogische visie van de organisatie. De pedagogische visie heeft invloed op bijvoorbeeld het ritme van de dag, de inrichting van de locatie, de omgang met de kinderen en de manier waarop met gezondheids- en veiligheidsrisico’s wordt omgegaan. De pedagogische visie gaat over de ‘opvoedstijl’ van de organisatie, waar de organisatie voor staat en in gelooft als het gaat om het stimuleren van de ontwikkeling van de kinderen. Dit wordt zichtbaar in de dagelijkse activiteiten op de groepen. Het is daarom  belangrijk dat de pedagogische visie wordt meegenomen in de beschrijving  waarop er wordt omgegaan met de onderwerpen uit het veiligheids- en gezondheidsbeleid. Lees meer over de pedagogiek in de kinderopvang.

De locatie (gebouw en buitenruimte/tuin)
Bij het opstellen of aanpassen van het veiligheids- en gezondheidsbeleid, moet ook de kinderopvanglocatie zelf kritisch worden bekeken. Welke risico’s zijn er op het gebied van veiligheid en gezondheid? Dit moet de houder of de locatiemanager samen met de beroepskrachten/pedagogisch medewerkers en oudercommissie bespreken. Zo zal een beleid of protocol tot stand komen gericht op de risico’s die met deze groep kinderen, in deze groepsruimte(s) en met deze buitenruimte aan de orde zijn. Lees meer over veilige en gezonde huisvesting van kinderopvang.

Veiligheids- en gezondheidsbeleid van een nieuwe locatie
Bij een nieuw te openen opvanglocatie moet er direct een veiligheids- en gezondheidsbeleid worden opgesteld. Dit moet in samenwerking met de beroepskrachten en de oudercommissie worden gedaan. Drie maanden na opening moet het veiligheids- en gezondheidsbeleid worden geëvalueerd en eventueel worden aangepast en/of aangevuld. Het evalueren moet  ook in samenwerking met de werkzame beroepskrachten (leidsters) en de oudercommissie gebeuren.

Na een ongeluk, verbouwing of veranderde visie
In de praktijk kan het voorkomen dat de pedagogische visie verandert,  er een verbouwing in de binnen- of buitenruimte op de planning staat of dat er een ongeluk met een kind plaats vindt  tijdens de opvangtijd. Dit zijn belangrijke gebeurtenissen waarbij het veiligheids- en gezondheidsbeleid moet worden geëvalueerd en waar nodig moet worden aangepast. Dit gebeurt ook weer in samenwerking met beroepskrachten en de oudercommissie. Het beleid blijft op deze manier actueel en verandert mee met de veranderingen van de locatie.

Eisen aan het veiligheids- en gezondheidsbeleid
In de Wet kinderopvang worden eisen gesteld aan het veiligheids- en gezondheidsbeleid:

Actueel
Het veiligheids- en gezondheidsbeleid wordt meegestuurd met de aanvraag voor het openen van een nieuw kindercentrum bij de GGD. Binnen drie maanden na opening van het kindercentrum moet het beleid geactualiseerd worden. De houder houdt ook daarna het veiligheids- en gezondheidsbeleid in samenwerking met de pedagogisch medewerkers en de oudercommissie actueel.

Continu proces
Het veiligheids- en gezondheidsbeleid beschrijft hoe het beleid, samen met de pedagogisch medewerkers, een continu proces is van opstellen, implementeren, evalueren en actualiseren.

Tip: zet het veiligheids- en gezondheidsbeleid als een vast onderwerp op de agenda van de oudercommissievergaderingen en teambesprekingen met pedagogisch medewerkers.

Voornaamste risico’s met grote gevolgen
In het veiligheids- en gezondheidsbeleid dienen de voornaamste risico’s met grote gevolgen voor de veiligheid of de gezondheid van kinderen te worden omschreven. Daarbij moet gespecificeerd worden hoe ervoor wordt gezorgd dat de risico’s tot een minimum worden beperkt.

Leren omgaan met kleine risico’s
Het is belangrijk dat kinderen leren omgaan met risico’s. Het aangaan van spannende, uitdagende en avontuurlijke activiteiten, waarbij een risico bestaat op een (kleine) verwonding, is goed voor het ontwikkelen van de risicocompetenties van kinderen. Zij worden hierdoor mobiel vaardiger, zelfverzekerder én socialer. Pedagogisch medewerkers leren kinderen omgaan met kleine risico’s. Dit gebeurt vaak spelenderwijs (risicovol spelen). In het veiligheids- en gezondheidsbeleid is beschreven hoe er wordt omgegaan met risico’s zoals struikelen, tegen elkaar aan botsen en vallen. Dit veiligheids- en gezondheidsbeleid dient als leidraad voor de pedagogisch medewerker: wanneer moeten ze ruimte geven en wanneer moeten ze ingrijpen? Per situatie en kind kan de afweging worden gemaakt of het om een aanvaardbaar risico gaat dat past bij de ontwikkeling van het kind.

Risico’s niet vermijden maar ermee leren omgaan
Letsel als gevolg van een val kan voorkomen worden. Niet alleen door risico’s te vermijden, maar juist door kinderen met risico’s te leren omgaan. Zoals het aanleren van goede valvaardigen. Kinderen die goed leren vallen, leren hoe ze niet op hun hoofd vallen en hun armen niet uit te strekken in de valrichting, waardoor de kans op hoofdletsel en polsbreuken afneemt. Bovendien leren kinderen beter risico’s inschatten in bewegingssituaties en ontwikkelen ze hun motorische en sociaal-emotionele vaardigheden waardoor hun zelfvertrouwen groeit!” stelt Mirka Janssen- lector Bewegen in en om School bij de Hogeschool van Amsterdam.

Lees hier meer over Val OK!, een campagne van VeiligheidNL over het het belang van veilig leren vallen. Informatie voor professionals: Leer kinderen veilig vallen met Val OK! | VeiligheidNL 
Informatie voor (gast)ouders: Leer je kind veilig vallen met leuke valoefeningen! | KinderVeiligheidNL

Grensoverschrijdend gedrag
In het beleid staat hoe het risico op grensoverschrijdend gedrag door zowel aanwezige volwassenen als kinderen zo veel als mogelijk wordt beperkt. De kinderopvanglocatie moet over een meldcode kindermishandeling en grensoverschrijdend gedrag beschikken.

Vierogenprincipe
Als sprake is van dagopvang wordt beschreven hoe het vierogenprincipe wordt toegepast, als onderdeel van het beperken van het risico op grensoverschrijdend gedrag. De opvang wordt zodanig georganiseerd dat een pedagogisch medewerker, pedagogisch medewerker in opleiding, stagiair, vrijwilliger of andere volwassene de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij/zij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. Doel van dit principe is dat het risico op misbruik van kinderen wordt beperkt door te voorkomen dat volwassenen zich binnen een kinderdagverblijf of een peuterspeelzaal gedurende langere tijd ongehoord of ongezien kunnen terugtrekken met een kind. Meer over het vierogenprincipe.

Plan van aanpak
Het beleid bevat een plan van aanpak hoe de risico’s ingeperkt worden en hoe gehandeld wordt zodra een ongezonde en/of onveilige situatie zich voordoet.

Achterwacht
Indien van toepassing maakt de achterwachtregeling onderdeel uit van het veiligheids- en gezondheidsbeleid. Meer over de achterwacht in de kinderopvang.

De oudercommissie en het veiligheids- en gezondheidsbeleid
Het veiligheids- en gezondheidsbeleid is inzichtelijk voor pedagogisch medewerkers, pedagogisch medewerkers in opleiding, stagiairs, vrijwilligers en ouders. In het beleid staat hoe het beleid inzichtelijk wordt gemaakt (denk aan te downloaden van de website of een geprint exemplaar op de locatie ter inzage).

Oudercommissies hebben adviesrecht op het veiligheids- en gezondheidsbeleid van de kinderopvanglocatie. Dit houdt in dat wanneer het veiligheids- en gezondheidsbeleid wordt aangepast, de oudercommissie om advies gevraagd moet worden. Het veiligheids- en gezondheidsbeleid van een locatie moet te allen tijde up to date zijn. Het is daarom aan te raden om van dit onderwerp een vast agendapunt te maken. Het adviesrecht houdt ook in dat de oudercommissie ongevraagd kan adviseren. Voor oudercommissies hebben we een checklist voor het adviseren over het veiligheids- en gezondheidsbeleid gemaakt. Vink de 16 wettelijke eisen af en je weet zeker dat er een gedegen beleid ligt. Vul eventueel aan met één of meerdere van de 11 aanbevolen onderwerpen voor een nog completer beleid. Zie voor meer info deze factsheet over het adviseren over het veiligheids- en gezondheidsbeleid

Meer over het adviesrecht van de oudercommissie

Terug naar de overzichtspagina Veiligheid & Gezondheid