Moet de ondernemer gemiste opvanguren vanwege hittegolf in juli 2022 terugbetalen aan ouders?

Het antwoord hierop is ja. Ouders hebben betaald voor een dienst, die door de kinderopvangorganisatie niet is geleverd. De ondernemer moet daarom de kosten voor de niet-genoten opvanguren aan de consument terugbetalen. Een lokale oudercommissie was al eerder in het gelijk gesteld door de Geschillencommissie, omdat de opvangorganisatie haar niet om advies had gevraagd over de voorgenomen sluiting.

Waar gaat de uitspraak over?

De uitspraak gaat over de vraag of de ondernemer de niet gebruikte opvanguren vanwege de hittesluiting aan de ouders moet terugbetalen. Het betreft een maandag en dinsdag in juli 2022, waarop zeer hoge temperaturen werden verwacht. De kinderopvangorganisatie bericht daarop aan ouders de vrijdagavond ervoor dat alle vestigingen in Nederland op die dagen vanaf 13:00 uur zullen sluiten. BOinK schreef er toen dit nieuwsbericht over.

De ondernemer vindt dat de extreme temperaturen destijds een overmachtssituatie opleverden, waardoor hij de kosten van de niet-genoten opvanguren niet hoeft te vergoeden. De Geschillencommissie is het daar niet mee eens. Overmacht is pas van belang bij de vraag of de ondernemer schadevergoeding moet betalen, wanneer er sprake is van een toerekenbare tekortkoming van de ondernemer.

In deze zaak gaat het niet over betaling van schadevergoeding, maar alleen om het verzoek om terugbetaling voor een niet geleverde dienst. Dit verzoek is naar het oordeel van de commissie terecht en de klacht is daarom gegrond:

“De vraag of sprake is van overmacht is echter pas relevant voor de vraag of eventueel schadevergoeding verschuldigd is. Van overmacht is sprake als de tekortkoming niet is te wijten aan de schuld, noch krachtens wet, rechtshandeling of in het verkeer geldende opvattingen voor de rekening van de ondernemer komt (artikel 6:75 van het Burgerlijk Wetboek). Als een dergelijke situatie zich voordoet is geen vergoeding van schade verschuldigd, anders dan bij toerekenbare tekortkoming. Hier is evenwel niet de vraag om vergoeding van schade aan de orde, maar het gerechtvaardigde verzoek om terugbetaling  voor een niet geleverde dienst.”

Uitspraak: 10-02-2023

Lees hier de volledige uitspraak